De Amersfoortse bakfietsenfabrikant Babboe raakt steeds verder in het nauw vanwege de veiligheidsrisico’s – zoals fietsen die zomaar doormidden breken. In een week tijd hebben bijna 8500 klagers zich laten registreren bij het meldpunt bakfietsclaim.nl, aldus advocatenkantoor Birkway. Materiaaldeskundige Paul Hartgers zet op verzoek van onze collega-website Vraag en Aanbod uiteen hoe het probleem is ontstaan – en hoe het te voorkomen was geweest.
Door: Paul Hartgers
De problemen bij Babboe (framebreuk bij diverse modellen en de reactie van het bedrijf daarop) zijn eigenlijk zeer vreemd. Immers, een product waarmee kinderen over de openbare weg vervoerd gaan worden, zal door de fabrikant toch stevig getest moeten zijn. Het doet denken aan het Stint probleem.
Toch zijn er grote verschillen: de Stint valt onder de CE en moet eerst een typegoedkeur hebben voordat het de openbare weg op mag, dit volgens de Europese Richtlijn voor 2, 3 en 4 wielige voertuigen (2013/168/EU). Het probleem daar was dat ondanks dat het prototype van de Stint niet door de typekeuring kwam, deze door druk van de politiek toch toegelaten werd. De overeenkomst is dat in beide gevallen de fabrikant zijn product ziet als de oplossing van een groot maatschappelijk probleem (goedkoop kindervervoer) en dat ze daarbij basis zaken als productveiligheid graag over het hoofd zien.
De Babboe, als elektrisch ondersteunde of gewone bakfiets, valt niet onder CE (artikel 2 lid 2.h van de genoemde Richtlijn) en heeft dus geen typegoedkeur nodig. Maar ook een product dat niet onder CE valt, mag natuurlijk nooit bezwijken. En dat is dus hier wel gebeurd.
Wat opvalt, vooral bij het model City en City-E, is het lange en slanke frame. De basis van het frame wordt gevormd door een lange buisvormige constructie. Verder valt op dat het frame gelijk is voor de City en de City-E, terwijl de laatste trapondersteuning heeft en meer kinderen kan vervoeren.
Weinig details
Lastig is dat er weinig details bekend zijn. Op de website van RTL Nieuws zijn enkele foto’s van framebreuk en framevervorming te zien. Maar maten en belastingen zijn verder onbekend. Op basis van de foto’s van de bakfietsen is het lange en slanke frame te zien. De basisbalk wordt daardoor zwaar belast door een torsiemoment en een buigmoment. Vooral het buigmoment is erg groot, vooral omdat de grootste last (de bak met kinderen of lading) geheel op deze basisbalk rust.
Ronde buis
Om torsiemomenten goed op te pakken, is een ronde buis het beste. Voor een buigmoment dient het weerstandsmoment van de balk maximaal te zijn en daarvoor is het I-profiel uitgevonden: de beide flenzen pakken de kracht daar waar die het grootste is. Echter, een I-profiel kan geen torsiemoment opvangen (of moet daarvoor extreem zwaar uitgevoerd worden). Kortom de ontwerper van dit frame moet een compromis sluiten om buit- en torsiemoment op te vangen. Dat kan met een ovaalvormige buis of, zoals hier, met een samenstel van buizen. Echter om het buigmoment goed op te pakken, moet de framebuis in verticale richting zo groot mogelijk zijn om een groter weerstandmoment te hebben. Daar is echter weinig ruimte voor: of de bak en bestuurder komt hoger of er is minder ruimte onder frame en weg wat bij verkeersdrempels een probleem is. De ontwerper heeft hier echt wel een uitdaging.
Belasting
Het lastige van dit frame is ook nog dat het zwaar dynamisch belast wordt: elke hobbel in de weg wordt door de bak met lading en het grote moment keihard op de basisbalk van het frame doorgegeven. Op de foto’s zijn de breuken en de vervormingen dan ook bij deze basisbalk te zien, meestal op het punt van het grootste buigmoment. Vooral bij de elektrisch ondersteunde modellen, zal de dynamische belasting erg groot zijn. Maar ook het op- en afrijden van stoepranden – te voorzien oneigenlijk gebruik – zal tot een extra hoge belasting op de framebalk leiden.
Nu zijn de scheuren te vinden direct naast de las, wat meestal een slechte las aangeeft. De las kan te zwak geconstrueerd zijn of kan slecht uitgevoerd zijn. Er is al eerder in 2019 een terugroepactie geweest waarbij Babboe toen aangaf dat de lassen slecht waren.
De vervormingen zijn eigenlijk nog erger, deze tonen aan dat het frame niet bestand is tegen de dynamische belasting die het ondergaat. Hierdoor zal vermoeiing in en bezwijken van het frame gaan optreden. Dit is een ontwerpfout of in de productie is gebruik gemaakt van goedkopere of lichtere framebuizen. In beide gevallen een zware fout van de producent.
Rekentools
Het grootste probleem is echter dat deze problemen al zo lang bestaan en dat Babboe er nooit echt moeite voor heeft gedaan om het op te lossen. Zoals hierboven geschreven, is het ontwerpen van het frame een grote uitdaging, maar tegenwoordig is er voldoende ondersteuning in de vorm van CAD-software en rekentools. Daarmee is te berekenen of een component de belasting kan doorstaan. De constructie kan zelfs op vermoeiing doorgerekend worden. Wel is het invoeren van een correct belastingscenario belangrijk. Want ook bij berekeningen komt er geen goede uitkomst als de uitgangspunten niet goed bepaald zijn.
Het probleem bij berekeningen en ook bij testen is dat deze vaak op overbelasting op korte termijn worden uitgevoerd. Als het belastingscenario niet goed is of de lange levensduur wordt niet meegenomen, zullen de berekeningen en testen een fout beeld geven. Babboe schermt op zijn website wel met SGS en/of TüV certificatie, maar de bijbehorende certificaten zijn onvindbaar. Bij SGS is Babboe als fabrikant niet bekend. De vraag is ook wat gecertificeerd is. Dat is nu geheel onduidelijk, maar de website presenteert dit alsof het om de veiligheid van de bakfietsen gaat.
Niet sexy
Babboe geeft op de eigen website aan dat de bakfietsen door een engineeringbureau in samenwerking met ouders ontwikkeld is. Ook laat Babboe zien dat negatieve keuringsresultaten (onderzoek van Kassa in 2008 en van de fietsersbond in 2013) direct opgepakt worden en verbeterd worden. Waarom dan niet ook het frame dat zo zwaar belast wordt en in 2019 ook al lasproblemen had? De reden hiervoor is meestal dat bedrijven zich heel sterk op de verkoop richten en in de ogen van hun klanten alle moeite willen doen om een mooi product te leveren. Zaken als een voldoende sterk frame worden daarbij eigenlijk vergeten. De klant ziet dat niet (totdat het fout gaat) en heeft er ook geen verstand van. Klanten gaan er van uit dat dit wel goed zal zijn en daar hebben ze in principe ook gelijk aan.
Dit is een fenomeen dat overal te zien is. Constructeurs, ontwerpers en directies richten zich op de ‘features’ en willen zich onderscheiden van de concurrent. Maar alle basis zaken zoals sterkte van een frame worden als ‘niet-sexy’ gezien. Deze worden daarom graag vergeten, het is moeilijk en het levert de constructeurs geen ‘punten’ op. Liever werkt iedereen aan de uiterlijke zaken, daar heeft de directie ten slotte wel aandacht voor.
Duurder
Hoewel de Stint bewijst dat typegoedkeur ook niet altijd goed werkt, zorgt dit systeem er wel voor dat producten zeer kritisch beoordeeld worden voordat deze de markt op gaan. Het is daarom sterk aan te bevelen dat alle producten die de openbare weg opgaan en/of kinderen betreffen een typegoedkeur moeten hebben voordat ze verkocht mogen worden. Fabrikanten zijn nooit blij met deze keuringen en vinden het altijd te duur. Maar stopzetten van de verkoop en een terugroepactie zijn vele malen duurder. En dan hebben we het nog niet eens over de slachtoffers gehad.
helder en begrijpelijk beschreven.
Het laagste punt van een frame (auto of fiets) en dus ook zeker de Babboe krijgt van onderen slijtage doordat het af en toe de stoep(rand) raakt of door steenslag.
Van binnenuit krijgt het laagste punt last van corrosie door vochtophoping / condens.
Je zag het vaak bij uitlaten die op het diepste punt helemaal doorrotten (als er geen gaatje zit)
Kortom als dit punt ook nog dun is uitgevoerd en met een foute las dan is een breuk onvermijdelijk op termijn.
Echter dikkere buis is veel zwaarder en duurder, een ovale buis niet in staal verkrijgbaar, een aluminium buis te zwak en dus is de keuze van de buis begrijpelijk.
Als technische expertise, adviezen of berekeningen worden overgeslagen of bewust overruled door druk van politieke, ideologische en/of financiële aard (vaak een combo), dan krijgt men een fiets die doormidden breekt, een batterij of zelfs een kernreactor die ontploft, een vliegtuig dat zijn deuren verliest, of dure, energetisch onzinnige processen. Geef de ingenieur weer de correcte plaats die hij verdient in de maatschappij. Het voorkomt veel miserie en kosten achteraf.
In dit, overigens interessante en leerzame, artikel staan enkele grote fouten:
Een bakfiets zonder trapondersteuning valt voor de (product)veiligheid onder richtlijn 2001/95/EG (Richtlijn algemene productveiligheid) welke in Nederland onder meer geïmplementeerd is in de Warenwet, in het bijzonder artikel 18 aanhef en onder a). Een bakfiets met trapondersteuning is vanuit de wet gezien een machine en valt onder richtlijn 2006/42/EG (de machinerichtlijn, in Nederland geïmplementeerd in het Warenwetbesluit machines) en moet valt daarmee onder het CE-regime en moet dus de CE-markering dragen (en vergezeld gaan van de Verklaring van overeenstemming). Voor de beide wetgevingen geldt dat aanvullend in het Warenwetbesluit algemene productveiligheid beschreven is dat er klachtenonderzoek plaats moet vinden.
De Stint valt onder andere vanwege het aantal passagiers NIET onder Verordening (EU) 2013/168 en hoeft GEEN typegoedkeuring te hebben. Een Stint is een machine die vanuit de Wegenverkeerswetgeving gezien wordt als een bijzondere bromfiets. Een bijzondere bromfiets moest toegelaten worden op de openbare weg door middel van een aanwijzing door de minister. (hetgeen sinds 1-1-2024 niet meer mogelijk is). Voor het verkrijgen van deze aanwijzing werden enkele zaken gecontroleerd die betrekking hadden op het gebruik op de openbare weg. Voor de primaire veiligheid werd vertrouwd op de eisen die aan machines gesteld worden.
Wanneer een voertuig valt onder een Europese verordening voor voertuigen, zoals verordening (EU) 2013/168 valt mag deze juist NIET van de CE-markering voorzien zijn.
Met vriendelijke groet,
José van Eijl
In dit, overigens interessante en leerzame, artikel staan enkele grote fouten:
Een bakfiets zonder trapondersteuning valt voor de (product)veiligheid onder richtlijn 2001/95/EG (Richtlijn algemene productveiligheid) welke in Nederland onder meer geïmplementeerd is in de Warenwet, in het bijzonder artikel 18 aanhef en onder a). Een bakfiets met trapondersteuning is vanuit de wet gezien een machine en valt onder richtlijn 2006/42/EG (de machinerichtlijn, in Nederland geïmplementeerd in het Warenwetbesluit machines) en moet valt daarmee onder het CE-regime en moet dus de CE-markering dragen (en vergezeld gaan van de Verklaring van overeenstemming). Voor de beide wetgevingen geldt dat aanvullend in het Warenwetbesluit algemene productveiligheid beschreven is dat er klachtenonderzoek plaats moet vinden.
De Stint valt onder andere vanwege het aantal passagiers NIET onder Verordening (EU) 2013/168 en hoeft GEEN typegoedkeuring te hebben. Een Stint is een machine die vanuit de Wegenverkeerswetgeving gezien wordt als een bijzondere bromfiets. Een bijzondere bromfiets moest toegelaten worden op de openbare weg door middel van een aanwijzing door de minister. (hetgeen sinds 1-1-2024 niet meer mogelijk is). Voor het verkrijgen van deze aanwijzing werden enkele zaken gecontroleerd die betrekking hadden op het gebruik op de openbare weg. Voor de primaire veiligheid werd vertrouwd op de eisen die aan machines gesteld worden.
Wanneer een voertuig valt onder een Europese verordening voor voertuigen, zoals verordening (EU) 2013/168 valt mag deze juist NIET van de CE-markering voorzien zijn.
Met vriendelijke groet,
José van Eijl
Beste José,
Bedankt voor jouw reactie!
Het punt dat ik in dit artikel wilde behandelen is dat de Stint en de Babboe verschillende zaken zijn en onder verschillende regimes vallen. Dit naar aanleiding van vragen uit de markt.
Qua CE ben ik er daarom niet verder in gegaan om geen juridisch artikel te maken. Het vinden van de juiste Richtlijn is altijd lastig en inderdaad niet elke richtlijn leidt tot CE merk. Dus jouw aanvulling klopt, maar heb ik er toch uit gehouden. Vooral omdat producten altijd moeten voldoen, ook als ze niet formeel onder een Richtlijn vallen.
De NVWA vindt ook dat de elektrisch ondersteunde fiets onder de Machinerichtlijn valt, toch ben ik daar nog niet van overtuigd: immers de fiets werkt op rechtstreekse menselijk kracht, de elektromotor ondersteunt alleen. Maar zoals gezegd, dat is een discussie die ik niet in dit artikel wilde plaatsen.
Met vriendelijke groeten,
Paul Hartgers
PKM
Ik ben het met Jose eens dat het artikel de richtlijnen wat door elkaar gooit. Zo valt een voertuig onder typegoekeuring juist niet onder CE. Ik interpreteer CE even dat er CE op het product geplakt mag/moet worden. Daarnaast wordt er teveel geloof in typegoedkeuring gesteld, terwijl dit juist niet naar het specifieke product kijkt, maar gewoon voorgeschreven regeltjes volgt. Een speedbike (45km/h) die wel onder typegoedkeuring valt is hier een voorbeeld van. Er moeten testen uitgevoerd worden die alleen voor brommers/motoren nut hebben, terwijl ze qua mechanische sterkte nauwelijks sterker moeten zijn dan traditionele fietsen.
Verder valt een E-bike wel degelijk onder machinerichtlijn. De meeste E-bikes kunnen zelfstandig bewegen (walk assist). Alleen al hierom zou het al onder de machinerichtlijn vallen. Verder blijkt het o.a. uit dat de E-bike norm (EN 15194) geharmoniseerd is onder de machinerichtlijn en ook uitspraken van zowel de EU als de Working Party Machinery (experts group).
Tot slot, met een beetje graven op Baidu (=Chinese google) kun je de testrapporten rapporten vinden. (De aanvrager is de moederholding van Babboe).