Welke informatie dient er geleverd te worden bij een safety component?

Hoe kan ik als gebruiker beoordelen of een component, waar een fabrikant faalkansgetallen bij verstrekt, inderdaad een veiligheidscomponent is en dus geschikt is voor gebruik in een veiligheidsfunctie?

In onze machines zitten meerdere AC-motoren van laag vermogen, waardoor onze engineers steeds vaker kiezen voor de inzet van een elektronische motorstarter. Sommige fabrikanten bieden deze componenten aan met aansluitvoorbeelden voor de noodstopfunctie en verstrekken er ook faalkansgetallen bij.

Bron plaatje: https://www.electricaltechnology.org/2020/02/motor-starter.html

Vraag

Hoe kan ik als gebruiker beoordelen of een component, waar een fabrikant faalkansgetallen bij verstrekt, inderdaad een veiligheidscomponent is en dus geschikt is voor gebruik in een veiligheidsfunctie?


Antwoord

De Machinerichtlijn geeft in artikel 2 c) de definitie van een ‘veiligheidscomponent’ weer:


‘veiligheidscomponent’: een component:

  • die een veiligheidsfunctie vervult,
  • die afzonderlijk in de handel wordt gebracht, waarvan het niet en/of verkeerd functioneren de veiligheid van personen in gevaar brengt, en
  • die niet nodig is voor de werking van de machine of die door gewone componenten kan worden vervangen om de machine te doen werken.

In bijlage V is een indicatieve lijst opgenomen van veiligheidscomponenten, die overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder a), kan worden geactualiseerd;


Naast de indicatieve lijst uit Bijlage V worden ook in Bijlage IV een aantal groepen van veiligheidscomponenten genoemd die door een Europese lidstaat geaccepteerde Notified Body of aangewezen instantie onderzocht dienen te worden. Het gaat hierbij om de volgende groepen van veiligheidscomponenten:

  • 19. Detectoren voor de aanwezigheid van personen.
  • 21. Logische eenheden voor veiligheidsfuncties.

Onder groep 19 vallen veiligheidscomponenten voor de detectie van personen of delen van personen, die een bepaald signaal doorgeven aan het besturingssysteem, om het gevaar voor gedetecteerde personen te beperken.

Dergelijke beveiligingsinrichtingen betreffen bijvoorbeeld:

  • drukgevoelige beschermingsinrichtingen, zoals drukgevoelige matten, vloeren, randen, stangen, bumpers, platen en bedradingen;
  • actieve opto-elektronische beveiligingsinrichtingen zoals bijvoorbeeld lichtgordijnen, aftastkoppen, lichtbundels en laserapparatuur;
  • radar-, infrarode-, ultrasonische- en op camera’s gebaseerde beveiligingsinrichtingen.

De logische eenheden ter verzekering van veiligheidsfuncties als bedoeld in groep 21 zijn complexe componenten die:

  • voldoen aan de definitie van veiligheidscomponenten en
  • één of meer ingangssignalen analyseren en met een bepaald algoritme één of meer uitgangsignalen voortbrengen en
  • bedoeld zijn, om samen met het besturingssysteem van een machine of een deel daarvan, één of meer beveiligingsfuncties uit te voeren.

Logische eenheden ter verzekering van veiligheidsfuncties zijn bijvoorbeeld:

  • logische eenheden voor bedieningsorganen die met twee handen moeten worden bediend;
  • veiligheids-PLC’s;
  • componenten voor de logische verwerking van veiligheidsgerelateerde signalen van veiligheidsbussystemen.

De elektronische motorstarter uit de bovengenoemde vraag is veelal een intelligente component die middels interne logica kan bepalen of een motor linksom of rechtsom moet gaan draaien en moet stoppen bij overlast, e.d.

Als de fabrikant in de gebruiksaanwijzing van deze component ook de veiligheidseigenschappen en faalkansgetallen benoemt, is er sprake van een veiligheidscomponent met logica.

Op basis van de Machinerichtlijn 2006/42/EG (NL: Warenwetbesluit Machines) dient de fabrikant voordat deze veiligheidscomponent op de markt kan worden gezet, het volgende te doen:

  • Een EG-typegoedkeuring uit te laten voeren door een Europees geaccepteerde* Notified Body.
  • Op de EG-verklaring van overeenstemming de Machinerichtlijn 2006/42/EG en andere geldende EU-richtlijnen te vermelden.
  • Op de EG-verklaring van overeenstemming de naam en nummerbehoud van de Notified Body vermelden die de EG-typegoedkeuring conform de Machinerichtlijn heeft uitgevoerd.
  • Op de EG-verklaring van overeenstemming de het nummer van de EG-typegoedkeuring vermelden.
  • In de gebruiksaanwijzing duidelijk aangeven welke veiligheidsfuncties door de component worden vervuld en onder welke voorwaarden de gepresenteerde veiligheidsniveaus worden gehaald.

Het komt regelmatig voor dat er een Notified Body (NoBo) wordt vermeld die helemaal niet geaccrediteerd is voor het uitvoeren van een EG-typegoedkeuring conform de Machinerichtlijn.

*Notified Bodies

Iedereen kan eenvoudig zelf controleren of de Notified Body (NoBo) geaccrediteerd is voor een bepaalde taak. Ga hiervoor naar de Europese website ‘New Approach Notified and Designated Organisations’ (NANDO): https://webgate.ec.europa.eu/single-market-compliance-space/#/notified-bodies

Deze vraag is beantwoord door Fusacon BV

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *