Kerncentrale op nucleair afval van Nederlandse start-up krijgt Frans geld

Thorizon wil een kleine modulaire centrale te ontwikkelen op basis van gesmolten zout die kernafval van reguliere nucleaire centrales als belangrijke brandstof gebruikt. De Nederlandse start-up krijgt 10 miljoen euro subsidie van Franse overheid.

De start-up is opgenomen in het Franse nucleaire innovatieprogramma, wat tevens toegang geeft tot expertise op het gebied van Europese wetgeving, business development, investeringen en industriële ontwikkeling. CEO Kiki Lauwers: “Dit toont aan dat het ontwerp van onze centrale wetenschappelijk en economisch haalbaar wordt geacht.”

De basis van de centrale wordt gevormd door gesmolten zout dat onder lage druk in de reactor circuleert. Dat maakt de centrale duurzamer, goedkoper, en – volgens de bedenkers – ‘bijzonder veilig’. Lauwers: “Een zogeheten ‘melt down’ of het weglekken van radioactief materiaal is onmogelijk. Naast safe en circulair is de Thorizon-centrale ook ‘smart’. Ons ontwerp is uniek door het gebruik van vervangbare cartridges in de reactorkern. Daardoor kunnen we werken met materialen die niet vijftig of honderd jaar bestand hoeven te zijn tegen de omstandigheden in de reactor. We kunnen gebruik maken van materialen die vandaag de dag al beschikbaar zijn, zodat we snel met de realisatie van de centrale kunnen starten en dus al op korte termijn kunnen bijdrage aan de energietransitie.”

Thorizon werkt vanuit Amsterdam met een team van 20 ingenieurs aan de nieuwe centrale. In Lyon is een tweede vestiging geopend waar over enkele maanden evenveel mensen aan de slag zullen zijn. “Frankrijk is van oudsher de nucleaire expert van de wereld”, aldus Lauwers. “Het is daarom van belang voor ons om ook daar fysieke aanwezigheid te hebben. Vooral ook omdat we samenwerken met het Franse bedrijf Orano, dat gebruikte brandstofstaven van traditionele centrales verwerkt tot nieuwe brandstof voor een centrale als de onze. Samen met hen willen we nucleair circulair maken.”

Naast Orano zijn ook CEA (het Franse TNO), twee onderzoeksinstituten in Lille, adviesbureau Oakridge, ingenieursbureau Tractebel, het Nederlandse NRGIPALLAS in Petten en Differ in Eindhoven betrokken bij het project.

Nederlandse steun nog beperkt

De subsidie vanuit Frankrijk geeft Thorizon een enorme boost, en is volgens Lauwers ook een uitnodiging aan de Nederlandse overheid en nieuwe investeerders. “Wij zijn van oorsprong een Nederlands bedrijf, en dat willen we ook graag blijven. Wij hopen dat het huidige en toekomstige kabinet het Franse voorbeeld volgt, de ontwikkeling van deze technologie als waardevol ziet en hierin wil investeren met geld en kennis. Wij geloven er sterk in dat deze technologie Nederland niet alleen kan voorzien van een betrouwbare, duurzame energiebron, maar ook aanzienlijke economische voordelen kan brengen. Er liggen kansen om de basis te leggen voor een eigen Nederlandse nucleaire industrie.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *