Verbeteringen nodig in MBO-opleidingen voor aanleren van gezond en veilig werken

Voor het aanleren van gezond en veilig werken zijn er verbeteringen nodig in het Middelbaar Beroeps Onderwijs. Dit blijkt uit onderzoek dat onder studenten, gediplomeerden van het mbo en vertegenwoordigers van(leer)bedrijven en stakeholders van betrokken organisaties is gehouden. In april dit jaar verscheen het onderzoek dat in opdracht van Directie Gezond en Veilig Werken van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is uitgevoerd.

Het globale oordeel van studenten en (leer-) bedrijven over het aanleren gezond en veilig werken is weliswaar gematigd positief maar verbeteringen zijn wenselijk. Vooral de wijze waarop fysieke, respectievelijk psychosociale arbeidsbelasting wordt aangeleerd, is voor verbetering vatbaar. Ook komt naar voren dat mbo-studenten behoefte hebben aan meer ondersteuning van de school om gezond en veilig werken op de stageplaats of leerwerkplek bespreekbaar te maken. Bij zowel mbo-ers als (leer)bedrijven ligt een sterke voorkeur om verbeterpunten zowel op school als in het leerbedrijf op te nemen.
In het (beroeps-)onderwijs leren om gezond en veilig te werken, biedt de beste basis om later tijdens de loopbaan minder kans te lopen op een arbeidsongeval of gezondheidsschade. Door het aanleren van de juiste competenties ten aanzien van gezond en veilig werken, wordt de mentale en fysieke gezondheid van de werkenden van de toekomst beschermd en bevorderd. Dit draagt ertoe bij dat de (toekomstige) werkenden duurzaam inzetbaar blijven.

Voorbeelden

Als voorbeelden van wat er beslist aangepast moet worden noemen MBO-ers o.a. intensievere contacten tussen school, student en leerbedrijf en een betere voorbereiding op de stage. Meer praktijkgericht onderwijs door in de lessen te werken aan bewustwording van fysieke en sociaal emotionele belasting, voorlichting te geven over arbo, casussen te bespreken en meer oefening en herhaling in te bouwen bijvoorbeeld door trainingen en projecten. Ook de begeleiding op school en het leerbedrijf kan (verder) verbeterd worden onder andere door de inzet van docenten met praktijkervaring die voldoende tijd krijgen voor de begeleiding.

Bij de bedrijven is het algemene beeld dat bewustwording van veilig en gezond werken zowel op school als in het bedrijf moet plaatsvinden maar op school moet de basis aangeleerd worden.
De bedrijven leggen het accent op de volgende verbeterpunten:

  • Intensiever overleg met docenten en studenten over risico’s in het bedrijf en goede afspraken met studenten over het omgaan met de risico’s in het bedrijf en meer voorbereiding op school.
  • Zorg voor meer praktijkervaring in de opleiding. Daarbij passeren niet alleen voorbeelden van oefenen op het beheersen van technische aspecten de revue, maar ook voorbeelden die verwijzen naar sociale weerbaarheid en de verantwoordelijkheden van werknemers, leren samenwerken, e.d. Met de term ‘meer praktijkervaring’ verwijzen zij zowel naar de mogelijkheden om praktijk te oefenen als de praktijkervaring van docenten.
  • Bedrijven geven voorbeelden van specifieke onderwerpen die in de mbo-opleiding opgenomen kunnen worden. Zij benoemen bijvoorbeeld het werken met laagspanningsinstallaties (op basis van NEN 1340), hoogwerkercertificaat/steigerdiploma, VCA meer gericht op veilig en gezond werken, regelgeving arbo, sectortrainingen op het gebied van gezond en veilig werken.

Bron: Arboportaal
Download hier het onderzoek ‘Goed genoeg geleerd’ :

 goed-genoeg-geleerd-its-bbso-def (1).