‘Vangrails op zee’ moeten aanvaringen met windturbines voorkomen

Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN) heeft drie barrières getest omdie aanvaringen tussen schepen en windturbines moeten voorkomen. Aanleiding was een incident op 31 januari 2022, waarbij het schip de Julietta op drift en eerst een tanker raakte en daarna een transformatorplatform en windturbinefundatie van een windpark in aanbouw. Geïnstalleerde windturbines kunnen bij een aanvaring op een schip vallen, met groot gevaar voor bemanning, passagiers, het schip zelf en het milieu.

Tot 2030 worden er op de Noordzee ongeveer 2500 windturbines geplaatst. Volgens Marin-onderzoek kan hierdoor mogelijk 1,5 tot 2,5 keer per jaar een schip tegen een windturbine aanvaren of -drijven. Gemiddeld raakt er 80 keer per jaar een schip op drift op de Noordzee. Dat kan momenteel dan zijn eigen ankers uitgooien, maar dit vraagt ingrijpen van de bemanning in vaak moeilijke omstandigheden. Ook kunnen Emergency Towing Vessels (ETV’s) ze wegslepen. Een andere mogelijkheid is om het toezicht op de scheepvaart uit te breiden tot een vorm van verkeersbegeleiding (Vessel Traffic Management) . Teamleider Yvonne Koldenhof: "Het ongeluk met de Julietta D laat zien hoe reëel het gevaar van driftende schepen is. Zelfs met de huidige middelen, zoals ETV’s, blijken dat soort incidenten toch moeilijk te voorkomen."

‘Vangrails op zee’
In een workshop op 23 februari ontwikkelde een groep van 20 experts uit de sector en van Marin drie  concepten voor ‘Vangrails op zee’, barrières tussen vaarroutes en windturbineparken. Marin’s directeur Bas Buchner: "We hebben zowel veilige scheepvaart als duurzaam gebruik van de zee in onze missie staan. Dan moet je niet alleen wijzen op dit soort gevaren, maar ook naar oplossingen zoeken om ongelukken te voorkomen. We wilden dit graag samen doen met experts uit de offshore sector. Daarom hebben we gekozen voor een open innovatieproject. De werktitel ‘Vangrails op zee’ kozen we omdat veel windturbineparken dichtbij verkeerscheidingsstelsels worden gepland: de snelwegen op zee."

Het eerste concept is een met sleepankers verankerde boeienlijn boven water; het tweede een  net tussen vaste palen; en het derde een verankerde haaklijn onder water om het anker van het driftende schip op te vangen. Marin heeft de drie oplossingen op schaal gebouwd en testte vorige week in zijn Offshore Bassin of deze barrières een schaalmodel vergelijkbaar met de Julietta D konden tegenhouden in stormcondities.

Projectmanager William Otto: "We hebben gezien dat alle drie de concepten in staat zijn het schip op te vangen. De slepende ankers van de boeienlijn voeren de driftenergie mooi gelijkelijk af. Het schip blijft in de lijn dwars op de golven liggen. Bij de onderwaterhaaklijn draait het schip als vanzelf met de kop in de golven, waardoor het in de eindstand nauwelijks slingert en met relatief lage krachten op zijn plek blijft liggen. Het net hing in eerste instantie te veel door, maar na wat fine-tuning hebben we deze ook werkend gekregen. De komende maanden gaan we de voors en tegens goed op een rijtje zetten."

De concepten en resultaten van alle tests worden als open innovatieproject gedeeld en de meest veelbelovende concepten kunnen daarna verder worden ontwikkeld. Ook vanuit het buitenland is er belangstelling voor dit initiatief.

Bij dit project waren vertegenwoordigers van de volgende Nederlandse maritieme en offshore bedrijven betrokken: Bluewater Energy Services, Mooreast, Vuyk Engineering, Heerema Marine Contractors, Boskalis, GustoMSC, KRVE (Rotterdam Boatmen), Pinkster Marine Hydrodynamics, Huisman Equipment, Orca Offshore en SBM Offshore.