Niet voltooide machine valt onder meerdere richtlijnen, welke verklaringen van overeenstemming zijn noodzakelijk?

Als een niet voltooide machine onder de Machinerichtlijn en de EMC-richtlijn valt, moeten er dan aparte verklaringen van overeenstemming geleverd worden of kan alles op de inbouwverklaring (declaration of incorporation) gezet worden?

Antwoord

In Bijlage II.1.B van de Machinerichtlijn (2006/42/EG) staat onder item 4 een stuk tekst over de inbouwverklaring voor een niet voltooide machine waarin wordt gesproken over eventuele andere EU-richtlijnen die ook van toepassing kunnen zijn.
II.1.B. INBOUWVERKLARING BETREFFENDE NIET VOLTOOIDE MACHINES item 4 luidt:
De inbouwverklaring moet de volgende gegevens bevatten: 

4: een zin waarbij uitdrukkelijk wordt verklaard dat de machine voldoet aan alle toepasselijke bepalingen van deze richtlijn en in voorkomend geval een soortgelijke zin om te verklaren dat de machine in overeenstemming is met andere richtlijnen van de Gemeenschap en/of toepasselijke bepalingen. Verwezen moet worden naar de in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte teksten;
Zoals wellicht bekend is in 2010 een Nederlandse Gids met een uitgebreide uitleg van de Machinerichtlijn 2006/42/EG opgesteld door de Europese Unie. Deze gids heet: ‘Gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EG – 2 de uitgave – juni 2010’ en kan worden gedownload via de volgende link: https://ec.europa.eu/docsroom/documents/9202/attachments/1/translations/nl/renditions/native
De gids geeft op pagina 369 een uitleg voor een niet voltooide machine die niet alleen onder de Machinerichtlijn, maar ook onder andere EU-richtlijnen valt.
Wanneer de niet voltooide machine, of een deel daarvan, ook aan andere EU-wetgeving dan de machinerichtlijn is onderworpen, moet er ook een verklaring van overeenstemming met deze richtlijnen of verordeningen worden gegeven – zie §91 en §92: toelichting bij artikel 3. Wanneer in deze richtlijnen of verordeningen een EG-verklaring van overeenstemming wordt voorgeschreven, moet er krachtens deze teksten een EG-verklaring van overeenstemming worden opgesteld voor de niet voltooide machine. 
Dergelijke verklaringen dienen te worden opgenomen in het technische dossier van de uiteindelijke machine – zie §392: toelichting bij bijlage VII A 1 onder a).
Eigenlijk kent alleen de Machinerichtlijn de definitie van ‘niet voltooide machine’ en van een ‘voltooide machine’, waarvoor respectievelijk een Inbouwverklaring of een EG-verklaring van overeenstemming voor moet worden opgesteld. Op het machineplaatje van een niet voltooide machine mag geen CE-markering volgens de Machinerichtlijn worden aangebracht. 
Andere productrichtlijnen, zoals de laagspanningsrichtlijn en de EMC-richtlijn, kennen maar één soort product en daarom ook maar een soort verklaring en dat is dus de EG-verklaring van overeenstemming. Sinds 2014 is de term van de verklaring voor een aantal EU-richtlijnen gewijzigd in EU-verklaring van overeenstemming.
 
Bij een niet voltooide machine dient dus op basis van de Machinerichtlijn een inbouwverklaring meegeleverd te worden. Deze inbouwverklaring geldt vooral voor aandrijfsystemen en geeft dan aan dat de niet voltooide machine nog de componenten mist om zelfstandig een ‘bepaalde toepassing’ te kunnen vervullen. Met andere woorden, er moet mechanisch nog het een en ander worden toegevoegd. De niet voltooide machine krijgt op het machineplaatje geen CE-markering op basis van de Machinerichtlijn. 
Op het moment dat de niet voltooide machine ook valt onder de EMC-richtlijn dient separaat voor deze richtlijn ook een EG-verklaring van overeenstemming opgesteld te worden. Het product krijgt dan ook een CE-markering op basis van deze richtlijn. Dit lijkt verwarrend omdat het product dus wel een CE-markering krijgt, terwijl het gaat om een niet voltooide machine. 
Een voorbeeld van een machine waarbij dit kan voorkomen is een industriële robot. De robot wordt gezien als een niet voltooide machine, maar moet wel volledig voldoen aan de Laagspanningsrichtlijn en de EMC-richtlijn. Meestal worden er dan twee verklaringen bij de robot geleverd, te weten een inbouwverklaring volgens de Machinerichtlijn en een EU-verklaring van overeenstemming met daarop de Laagspanningsrichtlijn en EMC-richtlijn.
 
Deze vraag is beantwoord door FUSACON B.V.