Verhoogd risico op geboorteafwijkingen bij tewerkstelling vader in koper- en kobaltwinning

Kinderen van vaders die in de Congolese koper- en kobaltmijnindustrie werken in Lubumbashi, hebben een grotere kans op aangeboren afwijkingen. Dat ontdekte Ben Nemery van de KU Leuven samen met zijn Congolese collega Banza Lubaba en dokter Daan Van Brusselen.

In het zuiden van Katanga in de Democratische Republiek Congo (DRC) zorgen de koper- en kobaltmijnbouw voor vervuiling. Daardoor heerst al langer ongerustheid over de gezondheid van de inwoners, en dan vooral over het verhoogde risico op geboorteafwijkingen. Onderzoekers van de Universiteit van Lubumbashi (DRC) en de universiteiten van Leuven en Gent onderzochten daarom of dat risico verband hield met de blootstelling van ouders aan metalen.

Ze vergeleken de kenmerken van 138 pasgeboren kinderen met zichtbare aangeboren misvormingen met die van 108 normale baby’s, allemaal geboren in Lubumbashi tussen maart 2013 en maart 2015. Ook legden ze de moeders vlak na de bevalling een uitgebreide reeks vragen voor over onder meer hun blootstelling aan metalen en over het werk van hun man of partner. Verder verzamelden de onderzoekers bloed- en urinestalen van de moeder, net als navelstrengbloed en placenta, om er metalen in te meten.

De onderzoekers ontdekten dat het risico op misvormingen veel groter was als de vader werkzaam was in de winning of verwerking van mineralen, en dat het risico lager was als de moeder tijdens de zwangerschap vitamines had ingenomen. Een kanttekening: in de stalen vonden de onderzoekers geen noemenswaardige verschillen wat betreft de concentraties van kobalt en andere giftige metalen, vermoedelijk omdat de staalnames na de geboorte gebeurden en niet bij het begin van de zwangerschap of bij de vader van het kind.

Deze studie is de eerste die de effecten van vervuiling door mijnbouw op pasgeborenen in Sub-Sahara Afrika heeft onderzocht.