Regenradar in Rotterdam gaat stedelijke neerslag heel precies meten

De gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland hebben gezamenlijk opdracht gegeven voor de bouw van een regenradar. Deze wordt het dak van het kantoorgebouw Delftse Poort aan het Weena geplaatst. De regenradar brengt zeer precies de stedelijke neerslagpatronen in kaart, wat helpt om wateroverlast en -schade te voorkomen. Met de aanschaf van de regenradar werken de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland mee aan het Europese project RainGain. De TU Delft heeft een leidende rol in dit internationale onderzoeksproject.

De regenradar die nu wordt gebouwd, is gespecialiseerd in lokale neerslagmeting. Neerslagpatronen in de stad kunnen hierdoor veel nauwkeuriger worden gemeten en het stedelijke waterbeheer kan daardoor beter en efficiënter worden ingericht. De gegevens kunnen bijvoorbeeld worden toegepast voor de slimme sturing van gemalen, het inzetten van waterberging, zoals de waterpleinen, en een lokaal weerbericht. De regenradar die in Noordwijk wordt gebouwd door SSBV Aerospace & Technology Group zal naar verwachting in november 2013 opgeleverd worden.  

Zo hoog mogelijk

Voor een optimale waarneming en registratie moet de regenradar zo hoog mogelijk worden geplaatst. De regenradar komt daarom te staan op het dak van het kantoorgebouw van de Nationale Nederlanden aan het Weena. De eigenaar van het kantoorgebouw Delftse Poort – CBRE Global Investors – stelt de plaats op het dak van het kantoorgebouw ter beschikking. Huurder Nationale Nederlanden levert gratis de benodigde stroom.  

RainGain

De Rotterdamse regenradar maakt deel uit van het brede Europese project RainGain. In dit project werken de universiteiten Imperial College Londen, Ecole des Ponts Paris Tech, de Katholieke Universiteit Leuven en de TU Delft vier jaar samen met andere partijen aan het toepassen van een nieuw type regenradar. Voor het gehele Europese project is 3,6 miljoen euro subsidie beschikbaar; het project is gefinancierd via het Interreg IVB North West Europa Programma.  

Extreme buien

De regenradar helpt waterbeheerders om het verleden beter te begrijpen en om de toekomst beter te voorspellen. Er kan antwoord worden gegeven op vragen zoals: ‘Hoeveel regen is waar gevallen?’ en ‘Waar gaat hoeveel regen vallen?’ Het doel van dit project is het verkrijgen van gedetailleerde gegevens over piekneerslagen en wateroverlast op stedelijke schaal. Dit is een schaalniveau waarvoor zulke informatie tot op heden ontbrak. Met de metingen kunnen de watersysteemmodellen nauwkeuriger en effectiever werken. Bijvoorbeeld om te kunnen bepalen, wat te doen bij extreme neerslag. Dit helpt de stad om beter voorbereid te zijn op de verwachte effecten van klimaatverandering; zowel de dagelijkse als de uurneerslag nemen toe en op deze manier kunnen we deze heftige buien beter onder controle krijgen.  

Detailniveau

Regenradars zijn de enige meetinstrumenten die neerslagmetingen op de benodigde tijd- en ruimteschalen kunnen leveren die voor dit doel nodig zijn. Deze techniek is pas recent ontwikkeld tot op het detailniveau dat voor stedelijk gebied nodig is.

Europese samenwerking

Recente ontwikkelingen in de radartechnologie hebben verschillende soorten toepassingen van regenradar in steden mogelijk gemaakt. De beste toepassing hangt samen met de radartechniek en het stedelijk gebied waar de radar wordt geplaatst. Van belang is de Europese samenwerking en dat binnenkort ook in Parijs een nieuwe regenradar wordt geïnstalleerd. Andere typen radartechnologie worden getest in London en Leuven, zodat de neerslagmetingen in die steden goed met elkaar vergeleken kunnen worden.  

Rotterdam en Zuid-Holland

Nederlandse partners in het Rotterdamse project zijn naast de TU Delft (onderzoek), de provincie Zuid-Holland (medefinanciering) en de gemeente Rotterdam (medefinanciering en uitvoering). Met de bouw, installatie en het onderhoud van de regenradar is een bedrag van 460.000 euro gemoeid. De provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam (Stadsbeheer), ontvangen 230.000 euro van Europa. Ook de Hoogheemraadschappen Delfland en Schieland en de Krimpenerwaard en Waterschap Hollandse Delta dragen bij aan de kosten voor de gemeente Rotterdam.