Nog veel hordes voor Energietransitie

De hernieuwbare energieopwekking in Nederland gaat sneller groeien, de energiebesparing neemt toe en het energieverbruik neemt af. De klimaatdoelen worden echter pas vanaf 2023 gehaald, in plaats van 2020. Ook is duidelijk dat de ontwikkelingen in de Nederlandse energiesector en haar uitstoot lastig te sturen zijn omdat de sector onlosmakelijk is verbonden met het buitenland, zo blijkt uit de Nationale Energieverkenning 2017 (NEV).

De NEV brengt jaarlijks de stand van zaken rondom de energiehuishouding in Nederland in kaart en geeft inzicht in de te verwachten ontwikkelingen tot 2035. Het rapport wordt opgesteld door het Energieonderzoek Centrum Nederland, het Planbureau voor de Leefomgeving, en het Centraal Bureau voor de Statistiek en geeft de feitenbasis voor de politieke besluitvorming en het maatschappelijk debat over energie en klimaat.

De belangrijkste conclusie: het zal op termijn wel lukken, maar vooralsnog is de praktijk weerbarstig. Nederlandse bedrijven zijn namelijk mede afhankelijk van buitenlandse keuzes en onze overheden van elkaar.

Helft elektriciteit hernieuwbaar in 2025

De groei in hernieuwbare elektriciteit gaat snel. Deze kan in 2025 al de helft uitmaken van onze elektriciteitsproductie en in 2030 twee-derde – mist subsidieregeling SDE+ wordt voortgezet.
De groei in hernieuwbare warmte en duurzame (bio)brandstoffen gaat veel langzamer. Ook de besparing door het Energieakkoord komt in 2020 te laag uit (op 75 petajoule ipv 100) en de daling in de uitstoot broeikasgassen komt op 23 % ipv de vereiste 25. Daarbij wordt Nederland rond 2025 netto-importeur gas en netto-exporteur elektriciteit.

Voor 2020 verwachten de opstellers een voorspoediger groei van zonnestroom tegen een lagere productie van windenergie. Dit heeft te maken met de lage acceptatiegraad voor windmolens op land. Op termijn zal dit worden gecompenseerd door grotere windparken op zee.

Het doel van 16% hernieuwbare energie in 2023 zal wel worden gehaald en voor 2030 rekenen de onderzoekers op 24% – mits de SDE+ blijft bestaan.

Werkgelegenheid

De werkgelegenheid uit duurzame energieactiviteiten is tussen 2014 en 2016 gestegen van 46 naar 52 duizend arbeidsjaren en neemt naar verwachting toe tot ongeveer 64 duizend arbeidsjaren in 2020. Deze groei komt vooral door nieuwe investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparing. De werkgelegenheid uit niet-duurzame (conventionele) energieactiviteiten neemt af van 73 duizend arbeidsjaren in 2016 tot ongeveer 62 duizend arbeidsjaren in 2020. De toename van de werkgelegenheid in duurzame energie gerelateerde activiteiten compenseert richting 2020 dus ongeveer de krimp bij niet-duurzame activiteiten.