Nog maar smalle basis voor overstap naar innovatieve auto

Een transitie van het gebruik van conventionele auto’s naar het gebruik van duurzame, innovatieve auto’s, vergt een gedragsverandering. ECN onderzocht in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu de percepties en attitudes van autobezitters ten aanzien van innovatieve auto’s. Wat blijkt? vooralsnog is er een smalle basis voor een succesvolle transitie. Mariëtte Pol (ECN): ‘Ons advies is de sociale norm positief te beïnvloeden: vergroot de bekendheid van en de ervaring met innovatieve auto’s in een positieve setting’.

"Opvallend is dat de scores ‘makkelijk’, ‘comfortabel’, ‘beter’, ‘prettig’, ‘sportief’, de zogenoemde affectiefactoren, voor alle innovatieve auto’s neutraal tot licht negatief zijn", vertelt onderzoeker Mariëtte Pol van ECN. "Maar men verwacht wel dat alle innovatieve auto’s beter zijn voor het milieu. Dat beschouwen we als een cognitieve factor."

Hoe groot is de invloed van de verschillende factoren op de attitude? Pol: "Attitude wordt bepaald door affectieve en cognitieve factoren. Uit het onderzoek blijkt dat de invloed van affectiefactoren zesmaal groter is op de attitude dan de factor milieu. Dat betekent dat milieu slechts in beperkte mate bepaalt of men een innovatieve auto beter vindt dan een conventionele auto."

Sociale invloed

Pol heeft ook de sociale invloed onderzocht. "Bij de vraag ‘Als ik in een innovatieve auto ga rijden, zouden de meeste mensen die belangrijk voor mij zijn dat goed- of afkeuren’ was de score neutraal tot licht positief. Met de vraag hoeveel mensen iemand kent die positief staan tegenover het rijden in een innovatieve auto, onderzochten we de injunctieve norm. Ook hier was de uitkomst neutraal. Vervolgens hebben we gevraagd hoeveel mensen men kent die al in een innovatieve auto rijden. Daarmee hebben we de descriptieve norm onderzocht. Daaruit bleek dat de bekendheid zeer klein was."

Pol concludeert hieruit dat er nauwelijks tot geen sociale norm is. "Aanvankelijk vond ik dit een teleurstelling. Maar later realiseerde ik mij dat deze conclusie ook kansen biedt. De norm is er immers nog niet en mensen staan dus nog open voor ideeën en meningen."

Associaties

Welke associaties roepen innovatieve auto’s op? "Wat betreft het milieu is men in eerste instantie positief. Men denkt bij innovatieve auto’s aan ‘milieuvriendelijk’, ‘CO2-neutraal’ en ‘fossiele brandstoffen raken op’. Maar in tweede instantie werd men kritischer en noemde men bijvoorbeeld ‘milieuonvriendelijk productieproces’ en ‘vervuilende accu’s’", aldus Pol.

Innovatieve auto’s worden ook geassocieerd met kosten en politiek. Pol: "Men vindt de innovatieve auto (nu nog) duur in aanschaf en ontwikkeling, en goedkoop in gebruik. Voor de ondervraagden is de aanschafprijs doorslaggevend en men ziet alleen een kans voor een innovatieve auto als deze wordt gesubsidieerd.

Verder vindt men dat er aan innovatieve auto’s allerlei onzekerheden en ongemakken kleven, en kijkt men liever de kat uit de boom; innovatieve auto’s worden geassocieerd met barrières in techniek en laadinfrastructuur. ‘Daarbij kun je denken aan beperkte actieradius (‘Kom ik wel thuis?’), lange oplaadtijd, beperkt aantal oplaadpunten en beperkte ruimte", zegt Pol. "En ten slotte wordt de innovatieve auto geassocieerd met lelijk design."

Aanschafintenties

Om de aanschafintenties te meten werd de volgende vraag gesteld: ‘U bent van plan om op korte termijn een nieuwe auto te kopen. U heeft al een mooie auto uitgezocht. Als u precies dezelfde auto als innovatieve auto kunt aanschaffen, zou u dat dan overwegen?’ Pol: "De uitkomst is ongeveer 50-50. Zij die het in overweging nemen doen dat bijvoorbeeld omdat ze toch alleen maar korte ritjes rijden of omdat de auto stiller en schoner is. Maar de auto moet wel goedkoper zijn dan de huidige auto. Zij die de aanschaf van een innovatieve auto niet overwegen wijzen bijvoorbeeld naar de hoge aanschafprijs, de beperkingen en de twijfel of de auto beter zou zijn voor het milieu."

Conclusies en aanbevelingen

De conclusie van het onderzoek is dat innovatieve auto’s onbekend zijn, te maken hebben met een negatieve attitude, barrières opwerpen en weinig voordelen bieden. Bovendien blijkt ‘beter voor het milieu’ geen doorslaggevend argument te zijn. Pol: "Vooralsnog is er een smalle basis voor een succesvolle transitie van conventionele auto’s op fossiele brandstoffen naar duurzame auto’s. Ik adviseer de sociale norm positief te beïnvloeden: vergroot de bekendheid van en de ervaring met innovatieve auto’s in een positieve setting."

Het onderzoeksrapport (pdf) is te vinden op de ECN-website.