Zonne-auto Lightyear wordt in grootschalige productie genomen

Lightyear gaat van start met de ontwikkeling van een tweede, goedkopere versie van de zonnewagen. Over drie jaar moeten er tienduizenden auto’s van de band rollen.

Dat meldt commercieel directeur Johan Vos aan het Financieele Dagblad. Vos leidde eerder Tesla naar de commercialisering en maakte eind vorig jaar de overstap naar Lightyear. Lightyear telt inmiddels 120 medewerkers.

Juni vorig jaar presenteerde Lightyear het eerste prototype van de zonne-auto, de Lightyear One. De batterij van de auto laadt zich op met zonne-energie, maar is ook met een gewone stekker op te laden. Het bereik loopt tussen de zeshonderd en achthonderd kilometer. De honderd bestellingen die uitstaan voor de auto zullen naar verwachting in 2021 worden geleverd, met een prijskaartje van bijna 150.000 euro.

Het nieuwe model dat in 2023 geproduceerd zal worden moet een veel lager prijskaartje krijgen, zo rond de 50.000 euro, en de productie wordt opgeschroefd naar tien tot honderd duizend stuks per jaar. Deze zullen niet alleen in Europa worden verkocht. "In Californië is veel zon, dus veel energie. Het aandeel van elektrische voertuigen neemt er ook significant toe. Die markt willen we niet links laten liggen", zegt Vos tegen het FD. In Amerika zijn ze al enthousiast over de auto, Time Magazine riep de Lightyear One uit tot één van de beste innovaties van dit jaar.

Investeerders

Amerika is niet alleen een goede afzetmarkt, Lightyear is ook op zoek naar investeerders in de Verenigde Staten. Deze maand zullen vervolggesprekken plaatsvinden, waarmee Lightyear hoopt dertig miljoen binnen te halen. Voor het eind van het jaar zouden er nog meer investeringsrondes plaatsvinden. Lightyear kiest bewust voor Amerika in de zoektocht naar investeerders. "Als de ontwikkelsnelheid beperkt is, word je ingehaald door de markt. Wij staan voor grote beslissingen, die snel moeten worden genomen. In de Verenigde Staten zijn we bijvoorbeeld in gesprek met een partij die aan Tesla 500 mln dollar heeft geleend. Dat zijn grote stappen en onvergelijkbare bedragen met hier in Europa."

Vaste voet aan de grond

Het bedrijf, opgericht in 2016, is de start-up fase inmiddels voorbij. Sinds augustus is het gevestigd in een nieuw pand op de automotive campus in Helmond, vanwege de nabijheid van de TU Eindhoven, maar ook omdat er veel kennis aanwezig is. Vos geeft aan niet weg te willen uit Nederland. Het bedrijf kijkt zelfs als naar samenwerking met VDL Nedcar, om een flinke stap te zetten in het opschalen.