Raketten tracken met super-gps

De positie van een raket tot op enkele centimeters bepalen tijdens de gehele vlucht. Dat wil een team van de universiteiten in Eindhoven en Nijmegen bereiken tijdens een experimentele raketlancering in Zweden tussen 11 en 14 maart. Met hun methode – tot tien keer nauwkeuriger dan gps – kunnen raketten mogelijk beter worden bijgestuurd om ze weer op de juiste plaats te laten neerkomen.

Op termijn zou de methode mogelijk ook gebruikt kunnen worden voor het opsporen van verloren gewaande objecten op zee, zoals de resten van een vliegtuigwrak of verdwenen containers als die onlangs aanspoelden op de Waddeneilanden.

Experiment PR3 Space neemt deel aan het Europese programma Rexus, een initiatief van de Zweedse, Duitse en Europese (ESA) ruimtevaartorganisaties waarbij jaarlijks twee raketten de lucht ingaan met elk aan boord zo’n vier tot vijf experimenten van studententeams uit verschillende landen. De raket zal tussen 11 en 14 maart gelanceerd worden in Esrange, vlakbij Kiruna in het noorden van Zweden, blijft zo’n vijftien minuten in de lucht en bereikt een hoogte van tachtig tot honderd kilometer. PR3 Space wil tijdens de vlucht twee experimenten doen: een nauwkeurige plaatsbepaling en een stralingsmeting met telefooncamera’s.

Enkele centimeters nauwkeurig

De nieuwe methode voor plaatsbepaling maakt gebruik van radio-interferometrie. Hierbij worden vanaf de raket met drie antennes radiosignalen uitgezonden, elk met net een andere frequentie. Deze signalen worden op de grond door vijf grondstations rond de lanceerbasis opgevangen. "Aan de hand van het faseverschil tussen de aankomende signalen, kunnen we herkennen wat de locatie van de raket is", legt onderzoeker Hamid Pourshaghaghi uit. De locatie van de raket wordt 1000 keer per seconde gemeten, waardoor deze tot op enkele centimeters nauwkeurig bepaald wordt.

Tracken van verloren objecten

"Nauwkeurige plaatsbepaling van raketten is technisch lastig vanwege de hoge snelheid van de raket – tot 1500 meter per seconde – en het passeren van meerdere lagen atmosfeer", zegt projectleider Mark Wijtvliet. "Voor ruimtevaartorganisaties is dit experiment interessant, omdat het bij dit soort experimentele vluchten belangrijk is de raket tijdig bij te kunnen sturen, zodat de raket weer op de gewenste plek neerkomt." Hij denkt dat de methode in de toekomst voor het tracken van allerlei soorten objecten en personen gebruikt kan worden. "Met name op zee kan onze methode helpen om verloren objecten te vinden."

Stralingsmeting

Naast plaatsbepaling zullen de onderzoekers ook op de raket experimenteren met het meten van kosmische straling met telefooncamera’s. Zulke camera’s kunnen, indien goed afgesteld, gebruikt worden om ionische straling te meten. "Daarmee zou je bijvoorbeeld bij kleine satellieten, zogeheten CubeSats van tien bij tien bij tien centimeter, de straling kunnen meten om hun levensduur beter te kunnen monitoren", aldus Pourshaghaghi.