17 feb. 1999
1 minuut
Gezamenlijk de schouders eronder, niet zeuren maar aanpakken, dat was de bodschap van CDA-politicus Ad Koppejan op het FHI Federatiecongres. Op 25 april spraken in de Haagse sociëteit De Witte poltici en ondernemers over de huidige marktomstandigheden en de positie van de technieksector daarin.
Nu we naast een economische crisis ook terecht zijn gekomen in een politieke crisis is het van fundamenteel belang om door te gaan op de ingezette weg ten aanzien van ondernemers- en innovatiebeleid. Als voormalig ondernemer weet Koppejan dat er nog veel moet worden gedaan om het Nederlanse ondernemersklimaat op peil te houden. Zo is er bijvoorbeeld een ernstig personeelsprobleem: tot 2016 komen we maar liefst 170 000 technici te kort. De overheid is begonnen met een offensief om jongeren te interesseren voor techniek en om tegelijkertijd te werken aan de kwaliteit van het technisch onderwijs. Praktikgerichte opleidingen moeten beter aansluiten bij de wensen van het bedrijfsleven, onder meer door de inzet van zij-instromers: docenten met praktijkkennis en -ervaring.
Ook pleit Koppejan voor een sociale innovatie op de arbeidsmarkt, waardoor werknemers meer plezier in hun werk krijgen en het ziekteverzuim daalt. Tenslotte hield hij ook en pleidooi voor verschuiving en innovatie van de bedrijfsfinciering. Een alom gehoorde klacht van ondernemers is dat zij bij de banken nog nauwelijks krediet kunnen krijgen voor innovatie ideeën. Koppejan vint dat niet alleen de banken hier soelaas moeten biede; ook de rijke ondernemingen moeten hun spaarvarken openbreken en het geld gaan investeren: "Nederlands geld moet rollen, en wel in Nederland".
Anderen lazen ook
