Bij veel bedrijven worden regelmatig aanpassingen uitgevoerd op bestaande of zelfs nieuwe machines. Bij een ingrijpende aanpassing van een machine dient diegene die verantwoordelijk is voor de aanpassing een nieuwe CE-markering aan te brengen. De grote vraag is natuurlijk: wanneer is er sprake van een iingrijpende’ aanpassing van een machine? In dit artikel komt een waargebeurde praktijkcase aan bod die de aanpassing van een bestaande loskraan betreft. Tevens wordt de zienswijze van de Inspectie SZW ten aanzien van deze case toegelicht.
Een bedrijf (bedrijf X) heeft een loswal voor zand en grind vervoerd door binnenvaartschepen. Elk binnenvaartschip wordt gelost met een grote elektrische loskraan met grijper. Deze kraan (afb. 1) is gebouwd in 1985, dus tien jaar voor het van kracht worden van de eerste Machinerichtlijn in 1995. De kraan is gebouwd volgens de wetten en normen van het moment van levering. Er is geen gebruiksaanwijzing en ook geen functionele beschrijving meer aanwezig. Wel is er een machinelogboek en wordt de kraan elk jaar op belasting door een externe partij gekeurd. Omdat de elektrische besturing is opgebouwd uit componenten uit de jaren ’80 zijn er regelmatig storingen.
Vanwege het ontbreken van reserveonderdelen wordt het steeds moeizamer om de reparaties snel en doeltreffend uit te voeren. Om deze reden heeft de gebruiker in 2012 een offerte aangevraagd voor een volledig nieuwe besturing bij een specialistisch automatiseringsbedrijf (bedrijf Y). Dit bedrijf heeft voorgesteld om de besturing (hardware/software) uit te voeren met een veiligheids-PLC en componenten volgens de stand der techniek te gebruiken.
Hiermee wordt dus het algemene veiligheidsniveau van de machine verhoogd. De huidige belastingkarakteristieken van de machine worden door bedrijf Y geanalyseerd en exact dezelfde niveaus worden in de nieuwe besturing overgenomen. De gebruiker (bedrijf X) maakt zelf een gebruiksaanwijzing voor de loskraan, waarin de nieuwe besturingsfuncties zijn verwerkt.
Machinerichtlijn gids verwijst naar Nationale overheid
Eind 2009 is de nieuwe Machinerichtlijn met nummer 2006/42/EG actief geworden. De Machinerichtlijn is in Nederland 1 op 1 in het Warenwetbesluit Machines (lees: Nederlandse wet) opgenomen en bestaat uit zo’n 40 pagina’s tekst. Omdat de tekst erg juridisch is opgesteld heeft de Europese Unie een heldere uitleg van 440 pagina’s gemaakt (afb. 2). Deze EU gids heet: "Gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EG – 2de uitgave – juni 2010". Het boekwerk is hier kosteloos te downloaden.
Afbeelding 2. Nederlandstalige gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EG.
(bron: Europese Commissie).
In deze gids wordt het thema van aanpassing van nieuwe en gebruikte machines besproken in uitleg 72, zoals weergegeven in kader 3. De uitleg geeft duidelijk aan dat de Machinerichtlijn ook van toepassing is op machines die zijn gebaseerd op gebruikte machines die zo substantieel zijn omgevormd of omgebouwd dat zij kunnen worden beschouwd als nieuwe machines. Kortom, bij een substantiele ombouw is sprake van een (nieuwe) CE-markering op de machine.
(Wil je als bedrijf zeker weten of dit het geval is dan kan contact worden gezocht met de Nationale overheid. Voor industriele machines het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) verantwoordelijk. Vragen kunnen bij voorkeur schriftelijk gesteld te worden aan het volgend adres: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Arbeidsomstandigheden, t.a.v. de heer/ mevrouw "Directeur", Postbus 90801, 2509 LV Den Haag.)
Bedrijf Y wil de vernieuwing van de kraanbesturing goed organiseren en legt daarom voornoemde case schriftelijk neer bij het Ministerie van SZW. De vraag is gesteld op de 1e dag van de maand en op de 20e dag komt het antwoord al binnen.
Antwoord Nationale Overheid op praktijkcase
De eerste vraag die bedrijf Y stelt luidt: "Is er hier sprake van een substantiele omvorming of ombouw waardoor een nieuwe machine ontstaat die CE-gemarkeerd moet worden?" Het schriftelijke antwoord van het Ministerie van Sociale Zaken, directeur Arbeidsomstandigheden op bovengenoemde praktijkcase is als volgt: – JA. De huidige machine voorziet op diverse onderwerpen niet in de eisen die in de Machinerichtlijn wel gesteld worden. Deze punten heeft u wel nodig voor de vervanging van de elektrische installatie. Er is hier dus sprake van een substantiele wijziging. U gaat immers opnieuw bepalen wat de capaciteiten zijn van deze kraan en daar uw vervanging op aanpassen.
De tweede vraag luidt: "Zo ja, wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het CE-markeringsproces? Is dat de eigenaar van de kraan/machine of ons bedrijf als uitvoerder van de aanpassingen?" De Arbeidsinspectie geeft het volgende antwoord: – Dit is afhankelijk van het detail van de opdracht die is verstrekt door de eigenaar. Als de eigenaar specifiek aangeeft hoe en waarom u een en ander moet uitvoeren en u alleen maar uitvoert wat is opgedragen dan zou het kunnen zijn dat de eigenaar wordt gezien als fabrikant. Gezien de aard en kennis van uw bedrijf acht ik het waarschijnlijk dat in dit geval u als fabrikant wordt gezien.
Uit bovenstaand antwoord van de Nederlandse Overheid valt duidelijk te lezen dat de aanpassing als ingrijpend wordt gezien. Bedrijf X of zelfs Bedrijf Y moeten toch het CE proces volgen en aan het einde een nieuwe CE-markering op de totale loskraan afgeven. Een en ander op basis van de geldende Europese EU-Richtlijnen en EN-normen. Hiermee geeft de wetgever duidelijk aan hoe ze over de aanpassing van deze bestaande loskraan denkt.
Welke wijzigingen zijn nog meer ingrijpend?
Bedrijf Y heeft in haar brief aan het Ministerie van SZW ook nog de volgende vraag gesteld: "Stel dat de wijziging uit de case wordt gezien als ‘niet-ingrijpend’, kunt u dan aangeven wanneer er wel sprake is van een substantiele omvorming of ombouw van een kraan/ machine?" Uit het antwoord van het Ministerie SZW komt naar voren dat de volgende typen aanpassingen als vuistregel door haar als substantieel worden gezien:
– Als eerste de verandering van de functie en/of bedieningspositie van een machine. Denk hierbij aan wijziging van het zicht of de gevarenzone. Een andere aanpassing die als ingrijpend wordt gezien is de wijziging of toevoeging van de positie van personen of combinaties hiervan. Ook de verhoging van prestaties en/of aandrijvend vermogen moet worden gezien als ingrijpend.
Verder is het veranderen van dimensies (hoogte, lengte, stabiliteit, materiaalsterkte) van de machine aanleiding tot een nieuwe CE-markering. Een voorbeeld dat expliciet wordt genoemd is het verhogen van de kraan of het verlengen van de giek. Hiervoor geldt dat slechts 0% afwijking acceptabel is. En ook de aanpassing van overbrengingen met verandering van de outputsnelheid, hefbomen en krachten behoort tot de ingrijpende aanpassing.
Over het algemeen is het ondoenlijk om voor alle aanpassingen exact aan te geven of er sprake is van een ingrijpende of niet-ingrijpende aanpassing.
Het beste is het om bij twijfel niet in te halen en de case voor te leggen aan het Ministerie van SZW. Belangrijk is om in alle gevallen zelf een onderzoek te doen naar de impact van een verandering en de conclusie vast te leggen in het machinedossier.
Aanpassingen en de stand der techniek
Nadat is vastgesteld of er sprake is van een ingrijpende aanpassing of niet, dient ook te worden afgesproken aan welke technische eisen de machine na de aanpassing moet voldoen. Grote vraag is of bij een dergelijk omvorming of ombouw de normen mogen worden gehanteerd die geldig waren ten tijde van de nieuwbouw? Ten aanzien van de voornoemde case is het Ministerie van SZW van mening dat wat er nu wordt gedaan aan de kraan moet voldoen aan de huidige stand der techniek. Immers de substantiele wijziging maakt u fabrikant op het moment van wijziging. Het is verboden te post- of te antedateren op de stukken die bij een machine worden meegeleverd door de fabrikant (Verklaring van overeenstemming, gebruiksaanwijzing, etc.) Dit impliceert dat u dus de hedendaagse richtlijnen en normen dient te hanteren. Om te beoordelen welke EN-normen van toepassing zijn op een machine heeft het Nederlands normalisatie instituut (NEN) de gids ADV_9 gemaakt die kosteloos is te downloaden op http://www.nen.nl/
Conclusie
Uit de hier besproken praktijkcase blijkt dat de Nederlandse overheid kan worden verzocht om een uitspraak te doen in een specifiek praktijkgeval. Het is van belang om bij twijfel niet in te halen en de case uitgebreid te beschrijven en dan schriftelijk voor te leggen aan het Ministerie van SZW. Ze zijn dan verplicht om een eenduidig antwoord te geven.
Als er sprake is van een ingrijpende aanpassing ontstaat vaak onduidelijkheid over welke partij de CE-markering gaat aanbrengen. De projectleider van de machinegebruiker is druk bezig met het in juiste banen leiden van zijn project en denkt niet aan CE-markering. De bouwer van de nieuwe besturing heeft geen invloed op de mechanische aspecten en wil het CE-traject niet voor zijn rekening nemen. Vaak wordt dit thema veel te laat aangesproken met alle gevolgen van dien.
Door vroegtijdig in het project een CE-verantwoordelijke aan te wijzen kan een dergelijke CE-stoelendans worden voorkomen. Daarnaast is het belangrijk om te weten dat de stand der techniek is vastgelegd in Europese EN-normen. Het is dan ook erg nuttig om voorafgaand aan de opdracht voor de aanpassing vast te leggen aan welke normen het geheel moet gaan voldoen.
Ing. Nick de With i
senior consultant bij Fusacon,
docent bij NEN en
lid van de normcommissies NEC 44 en IEC TC44/WG7.