Transparante geleider blijkt nauwkeurige afstandmeter

Onderzoekers van de Stichting FOM en de afdeling Imaging Physics van de TU Delft hebben laten zien dat voor een lichtbron op heel korte afstanden, 10 nanometer en kleiner, de transparante geleider indium-tinoxide (ITO) zich niet meer transparant gedraagt, maar juist een sterke afname van de lichtintensiteit veroorzaakt. Deze afname is zo sterk afhankelijk van de afstand tot het ITO, dat de onderzoekers ITO kunnen gebruiken voor afstandmetingen. Zij kunnen met licht afstanden onder de 10 nanometer tot op 0,3 nanometer nauwkeurig te bepalen, dat is duizend keer kleiner dan de golflengte van het licht.

Weinig materialen zijn tegelijkertijd zo transparant als glas én een goede geleider van elektrische stroom. Toch kennen deze materialen veel technologische toepassingen. Indium-tinoxide (ITO) is de meest bekende van deze materialen  en komt  veel voor in bijvoorbeeld touchscreens of in nanotechnologische systemen.

De absorptiecoëfficient  bepaalt de mate van absorptie van licht in een materiaal. Voor een materiaal als ITO kan deze absorptiecoëfficiënt heel klein worden gemaakt, ongeveer 0,002 voor het ITO dat in Delft is onderzocht. Onderzoeker dr.ir. Robert Moerland, die als postdoc het onderzoek heeft uitgevoerd: "Deze lage absorptiecoëfficiënt betekent dat een dunne laag ITO kan zorgen voor elektrische stroomgeleiding, terwijl normaal gesproken maximaal 1 procent van het licht geabsorbeerd wordt. Zetten we nu echter een kleine lichtbron zoals een lichtgevend molecuul of nanodeeltje heel dicht bij het ITO-oppervlak, dan reageren de elektronen in het ITO sterk op dit molecuul of deeltje. Het gevolg is dat er in het ITO minuscule stroomverplaatsingen opgewekt worden. Deze stroompjes zijn niet direct te meten, maar omdat de elektrische weerstand van het ITO deze stroom remt, leiden deze wel tot een meetbaar verlies van de hoeveelheid energie die het molecuul in de vorm van licht uit kan zenden."

Meetlat op nanometerschaal

De onderzoekers hebben dit effect gemeten voor verschillende afstanden tussen de ITO-laag en de lichtgevende moleculen. Hiertoe gebruikten de onderzoekers atomaire-laagdepositie, waarmee een glasachtige laag met atomaire precisie op de ITO-laag kan worden aangegroeid. De overeenkomst van het experiment met het theoretische model was zo sterk dat de onderzoekers de afstand tussen het molecuul en de ITO laag zeer precies konden bepalen uit de gemeten hoeveelheid energieverlies. Onderzoeksleider dr.ir. Jacob Hoogenboom: "Absorberende materialen zoals goud of grafeen worden al veel toegepast om met behulp van licht afstanden te kunnen meten. Dit maakt het mogelijk om afstanden onder de honderd nanometer in bijvoorbeeld biologische systemen te meten, als een soort meetlat op de nanometerschaal. Metingen onder de twintig nanometer zijn met deze materialen echter niet mogelijk omdat de absorptie dan te groot wordt. Onze resultaten laten zien dat transparante geleiders dit gat kunnen opvullen en afstandsmetingen tot één nanometer mogelijk maken. Voor zulke metingen zijn zelfs geen heel dure apparaten nodig. Afgelopen jaar hebben eerstejaars studenten met een goedkoop ledlampje en wat apparatuur die we nog in het lab hadden liggen zelf een opstelling gebouwd waarmee zij deze metingen ook konden reproduceren."

De resultaten zijn gepubliceerd in het online open-access blad Optica.