Toegepast onderzoek essentieel voor Energieakkoord

Het kabinet bezuinigt flink op het budget voor toegepast onderzoek. Ten onrechte, vindt Paul Korting, CEO van ECN. Toegepast onderzoek is – evenals fundamenteel onderzoek – belangrijk voor de maatschappij. Met een beperkt budget zien we dat broodnodige en kansrijke technologieën de markt niet bereiken. En bovendien zijn de kosten voor de implementatie onnodig hoog. Als we de ambities uit het Energieakkoord nog willen waarmaken, dan moeten we nu investeren in toegepast energieonderzoek.

Toegepast onderzoek vervult een brugfunctie bij het omzetten van kansrijke ideeën naar de markt. Toch bezuinigt de overheid er honderden miljoen op: van 950 miljoen in 2011 tot nog geen 500 miljoen euro in 2016. Hoewel de twee andere pijlers van het innovatiebeleid – fundamenteel onderzoek en ondersteuning bij de exploitatie – in financiële zin grotendeels overeind blijven, geeft snijden in toegepast onderzoek problemen: in de totale innovatieketen ontstaat een gat. Zonder toegepast onderzoek bereikt slechts een fractie van de kansrijke innovaties daadwerkelijk de markt. 

Groot effect op Energieakkoord

In de energietransitie wordt dit probleem manifest. Nieuwe technologieën op het gebied van energieopwekking, transport en opslag blijven zonder toegepast onderzoek op de plank liggen of worden onvoldoende rendabel gemaakt. Pijnlijk, want juist innovatie en kostenreductie zijn voorwaarden om de doelstellingen van het Energieakkoord waar te maken. Om een voorbeeld te geven: een investering van 150-200 miljoen euro in onderzoek naar wind op zee levert een kostprijsdaling op van 1 cent per kWh. En een kostendaling van circa 5 cent per kWh is nodig om elektriciteit geproduceerd op zee te kunnen laten concurreren met conventioneel opgewekte energie. 

Met fiscale voordelen voor het bedrijfsleven en een innovatiebeleid gericht op topsectoren heeft het kabinet geprobeerd het teruglopende budget te compenseren. Maar dat topsectoren het onderzoeksgat zouden dichten via het stimuleren van publiek-private samenwerkingsverbanden, is te ambitieus gebleken; er stroomt maar relatief weinig cashgeld van het bedrijfsleven naar de onderzoeksinstituten, dat bedoeld was om de teruggang in publieke financiering te compenseren. Met minder budget kunnen onderzoeksinstituten niet voldoen aan de vraag van mkb’ers. Daarmee is vooral het mkb slachtoffer van deze bezuiniging. Immers, fundamenteel onderzoek is voor de meeste mkb’ers een ver-van-mijn-bed-show. Zij hebben meer aan toegepast onderzoek.  

Investeren is een vereiste

Nee, als Nederland conform het Energieakkoord tot de top 10 van CleanTech landen wil horen en hiermee 15.000 nieuwe banen wil realiseren, dan is investeren in toegepast onderzoek een vereiste. Echter, de publieke financiering voor toegepast onderzoek tot nu toe is historisch bepaald, en sinds een aantal jaren met de politieke wens van bezuinigen. Nooit is bepaald wat nu feitelijk aan publiek geld nodig is om de innovaties te bewerkstelligen die nodig zijn voor het behalen van de doelstellingen van het Energieakkoord. Daar is feitelijk niet ECN slachtoffer van, maar in ieder geval het mkb en uiteindelijk onze maatschappij!

Met deze uitgangspunten zullen we proberen aandacht te vragen voor dit issue. Recent werd ook een motie aangenomen van Stientje van Veldhoven (D66). Zij verzoekt de regering om een inschatting te maken van de hoeveelheid geld voor fundamenteel en toegepast onderzoek dat de komende tien jaar nodig is voor het behalen van de 2050-doelen, en dit af te zetten tegen huidige geldstromen. Hiermee is een eerste stap gezet.

Paul Korting
CEO ECN