TU/e-promovendus geeft proefschrift volledig vrij

Promovendus Maxim Hendriks maakt zijn proefschrift als eerste TU/eer openbaar onder een zogeheten CC-BY-licentie. Dat betekent dat iedereen de inhoud van zijn proefschrift mag gebruiken, verspreiden, bewerken en vertalen onder vermelding van de oorspronkelijke auteur. Hendriks promoveert op 4 februari bij Wiskunde en Informatica.

Hendriks was, geïnspireerd door Wikipedia, al langer van plan om zijn proefschrift onder een Creative Commons-licentie uit te brengen. "Maar toen een vakgroepgenoot tijdens de lunch suggereerde dat dan iemand anders onder zijn eigen naam met mijn werk aan de haal zou gaan, heb ik toch maar contact gezocht met de lokale expert op het gebied van copyright." De promovendus vindt het belangrijk dat zijn werk, dat immers met belastinggeld is betaald, ook vrij beschikbaar is voor de belastingbetaler. "Het leek mij een goed signaal, ook als tegenwicht tegen de commercile wetenschappelijke tijdschriften."

Stap verder

Alle proefschriften van de TU/e worden via de bibliotheek al Open Access aangeboden: ze zijn gratis (online) te raadplegen. Met de CC-BY-licentie gaat Hendriks een stap verder, vertelt Leon Osinski van het Informatie Expertise Centrum – de betreffende lokale expert. Als je aangeeft dat het werk oorspronkelijk van Maxim Hendriks is, mag je het zonder toestemming te vragen gebruiken. Dus ook bewerken of vertalen. Zonder bronvermelding aan de haal gaan met het werk van een ander is echter uitdrukkelijk niet toegestaan.

Het IEC stimuleert het principe van Open Access al jaren actief en is dan ook blij met de beslissing van Hendriks. De publicatie van Hendriks proefschrift is ook op andere manieren vooruitstrevend, vertelt Osinski. Aan het proefschrift is een DOI gekoppeld, dat is een digitaal kenmerk waarvan de bibliotheek garandeert dat het gekoppeld blijft aan het proefschrift, ook als de URL die er momenteel aan hangt in de toekomst zou veranderen. De DOI, die werkt als een hyperlink, maakt het wetenschappelijke werk online makkelijk vindbaar en citeerbaar. Via DOI’s ontstaat een soort web van publicaties in een bepaald vakgebied; dat is heel praktisch, aldus Hendriks.

Het proefschrift van Hendriks bevat bovendien een DOI-link naar de achterliggende data uit het proefschrift, die is opgeslagen in het 3TU.Datacentrum. "Die data komt neer op de computercode die ik heb gebruikt om sommige stellingen uit het proefschrift te bewijzen. Genteresseerden kunnen die code gebruiken om zelf met algebrasoftware te controleren of het wel klopt wat ik beweer." Hendriks gebruikte zelf het commercile softwarepakket Magma. Dat is wel een beetje in strijd met de Open Source-gedachte, geeft hij toe. Maar de code is eenvoudig om te zetten naar iets wat je in vrij verkrijgbare algebrasoftware kunt inladen.

Bekijk hier het proefschrift Platonic Maps of Low Genus