Wat is cruciaal voor een slim Europa? Deze vraag stond centraal tijdens de eerste dag van de Europese conferentie ‘Industrial Technologies 2016′, die op woensdag 22 juni in Amsterdam werd georganiseerd. ‘De wereld verandert snel en we moeten buiten onze comfortzone treden om onze fabrieken toekomstbestendig te maken. Het is eten of gegeten worden.’ Met deze boodschap opende Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink, voorzitter van FME en Ceemet, de conferentie.
Alle keynotesprekers benadrukten het belang van pan-Europees beleid om van Europa de innovatiehub van de wereld te maken. Met presentaties, interviews, trailers en een ondernemerspitch voor ZKH Prins Constantijn ging de conferentie in Amsterdam voortvarend van start. Circa 1000 deelnemers uit de hele wereld konden luisteren naar inspirerende keynotespeeches en lezingen, meedoen aan interactieve workshops en volop netwerken tijdens de eerste succesvolle dag van de conferentie.
Europese industrie moet in zichzelf geloven
Keynotespeeches werden gehouden door Thomas Hedenborg, CEO van Fastems en voorzitter van Orgalime, Peter Wennink, president en CEO van ASML, en Patrick Child, adjunct-directeur-generaal DG Onderzoek en Innovatie van de Europese Commissie.
"Europa moet zichzelf opnieuw uitvinden en samenwerken om te kunnen concurreren met de Tijger en de Adelaar", aldus Peter Wennink in zijn keynotespeech. "Het is belangrijk dat de Europese industrie weer in zichzelf gaat geloven."
Thomas Hedenborg benadrukte dat Europa aan het begin van een evolutie staat. "Het draait allemaal om innovatie en het creëren van commerciële successen." Peter Wennink onderstreepte dat het belangrijk is dat de Europese industrie weer in zichzelf gaat geloven. Om de concurrentie uit Amerika (de Adelaar) en Azië (de Tijger) te kunnen verslaan, moet Europa de overheid, het bedrijfsleven en de academische wereld bijeenbrengen. Patrick Child voegde hieraan toe: "We hebben behoefte aan een open en inclusief Europees antwoord op de uitdagingen op het gebied van innovatie."