17 feb. 1999
1 minuut
De kleinste comoputer ter wereld is gemaakt door onderzoekers van de University of Michigan. Hij is bedoeld voor medische toepassingen, maar zou ook kunnen worden gebruikt voor het opsporen van luchtvervuiling, voor bewakingsdoeleinden of om vrijwel elk voorwerp slim en traceerbaar te maken.
De professoren Dennis Sylvester en David Blaauw van het Department of Electrical Engineering and Computer Science bedachten het minuscule systeem tijdens hun onderzoek dat is gericht op het bouwen van een prototype van een implanteerrbare oogdrukmonitor die bij patiënten met staar de progressie ervan kunnen volgen. De computer is net iets meer dan een kubieke millimeter groot is ondergebracht in die oogdrukmonitor en bevat een ultr-laagvermogen microprocessor, een druksensor, geheugen, een dunnefilm-batterij, een zonnecel en een draadloze zender met een antenne, die data kan verzenden naar een extern uitleestoestel dat vlakbij het oog wordt gehouden..
Het is de derde generatie van een processorserie die door beide hoogleraren is gevreëerd. De Phoenix-chip, zoals hij is gedoopt, gebruikt een bijzonder voedingsarchitectuur met extreme slaaptoestand om te komen tot een ultralage vermogensconsumptie. Het komt erop neer dat het systeem om de vijftien minuten inschakelt om een meting te doen en daarvoor telkens gemiddeld 5,3 nanowatt nodig heeft. Om de batterij via de zonnecel te laden moet hij elke dag ten minste 10 uur aan binnenverlichting zijn blootgesteld, of 1,5 uur aan zonlicht.
Anderen lazen ook
