Investeringen blijven achter, maar Nederland Kennisland doet het beter

Nederland doet het als kennisland steeds beter. Dat blijkt een analyse van zestig factoren die te maken hebben met onderzoek en onderwijs. Zorgelijk is de schijnbaar lage prioriteit van onderwijs. Positief punt is het Topsectorenbeleid, waardoor het bedrijfsleven en onderzoeksinstituten beter kunnen samenwerken.

De zogeheten KIA-foto is een tussenrapportage van de Kennis en Innovatie Agenda 2011-2010 (de KIA). Hierin werken dertig organisaties samen, waaronder VNO-NCW, FNV, TNO en de KNAW. Hun doel is om Nederland in de Top-5 van de kenniseconomieën te brengen. Nederland steeg onlangs een plek op de toonaangevende Global Competitiveness Index en staat nu op de zevende plaats. Deze ranglijst van het World Economic Forum meet jaarlijks de concurrentiepositie van ruim 130 landen.

Te weinig geïnvesteerd

Het is problematisch dat in Nederland nog steeds relatief weinig wordt geïnvesteerd in onderwijs en onderzoek, vinden de KIA-organisaties. De publieke investeringen in onderwijs zijn minder dan die van de Top 5 van kennislanden. De onderzoeksinvesteringen blijven achter bij de KIA-doelstellingen. Zij hopen dat nieuwe fiscale maatregelen voor een toename van vooral de private onderzoeksinvesteringen zorgen. Het KIA-rapport wijst er op dat een topprestatie niet te realiseren is met een middelmatige inzet van middelen. Ook slimmer inzetten van middelen is mogelijk.

Meer ondernemers gebruiken nieuwe technologieën

Het ondernemerschap laat in de KIA-foto ook een verbetering zien. Steeds meer mensen willen een bedrijf beginnen. Het aandeel starters dat nieuwe technologieën gebruikt is gestegen van 16 procent in 2009 naar 25 procent in 2010. De komende jaren worden daarom meer nieuwe innovatieve producten en diensten verwacht, een categorie waarin Nederland internationaal slecht scoort.

bron: VNO-NCW