Moet je opnieuw CE-markeren na vervangen van mechanische aandrijving door een hydraulische in persinstallatie?

Moet de hydraulische aandrijving zelf een CE-markering krijgen of valt deze onder de CE-markering van de persinstallatie?

Vraag

In een door ons gebouwde en geleverde persinstallatie (baksteenproductie-installatie) wordt een mechanische aandrijving vervangen door een hydraulische aandrijving. Het hydraulische aggregaat en de componenten (cilinders, kleppen, ventielen, afsluiters en dergelijke) worden door ons ingekocht. Ons bedrijf voert zelf de mechanische montage van de nieuwe aandrijving in de bestaande installatie uit. De montage en aansluiting van de hydraulische componenten (leidingen, kleppen, en dergelijke) wordt door een hiervoor gespecialiseerd bedrijf uitgevoerd. Het hydraulische aggregaat bevat onder andere één of meerdere accumulatoren (20 liter, 120 bar) en wordt geleverd met een Inbouwverklaring volgens Bijlage II.1.B van de Machinerichtlijn.

Vragen 

A) Klopt het dat:
  • Voor de hydraulische installatie een keuring van ingebruikname (KvI) moet worden uitgevoerd? Geldt dit voor alleen de accumulator of voor de gehele hydraulische installatie (aggregaat inclusief accumulator, kleppen, ventielen, afsluiters)?
  • Elke x (4 of 10?) jaar de installatie opnieuw moet worden beoordeeld/ gekeurd?

B) Moet de hydraulische aandrijving (nadat deze met alles erop en eraan is gemonteerd/ aangesloten) zelf een CE-markering krijgen of valt deze onder de CE-markering van de persinstallatie? 

C) Moeten wij voor onze persinstallatie een nieuwe EG-Verklaring van overeenstemming volgens Bijlage II.1.A van de Machinerichtlijn afgeven en een nieuwe CE-markering aanbrengen? Of blijven de bestaande EG-Verklaring van overeenstemming en de bestaande CE-markering van kracht? Ons inziens betreft het geen functionele wijziging (hydraulisch vervangt mechanisch), de beweging (slag) die wordt gemaakt is enkel flexibeler instelbaar (timing, curve, positie en dergelijke van de slag) dan voorheen. Of wordt dit wel gezien als een functionele wijziging?
D) Gelden (de antwoorden op) bovenstaande vragen ook voor toevoeging van hydraulische installaties op persinstallaties van voor 1995? Of gaan zaken dan anders, gelden dan andere/extra regels?

Antwoorden

A) De keuring van ingebruikname (KvI) geldt voor drukapparatuur van een bepaalde grootte. Meestal valt de hydraulische installatie van een machine daarbuiten (PED artikel 4.3). Echter om dit zelf eenvoudig na te gaan heeft Lloyds Register een PED Software tool beschikbaar gesteld genaamd: PED Desktop Tool of PED Mobile App. Accumulatoren worden als unit meestal los ingekocht en vallen onder de PED-richtlijn en moeten minimaal voldoen aan de norm NEN-EN 14359:2017; Met gas geladen accumulatoren voor hydraulische en pneumatische toepassingen. Een onder de PED-richtlijn vallend systeem wordt in de regel elke 4 jaar gekeurd. 
B) Een losse hydraulische aandrijving valt onder de CE-productrichtlijnen. Echter deze hydraulische unit wordt specifiek met de persinstallatie meegeleverd en dan valt deze onder de CE-markering van de persinstallatie als samenstel van machines.
C) Of de vervanging van de hydraulische installatie als substantiële wijziging moet worden aangemerkt is afhankelijk van een aantal factoren, zoals wijziging/toevoeging van gevaren of een verandering van het beoogde gebruik. De Nederlandse Inspectie SZW heeft in 2017 over dit thema een brochure uitgebracht genaamd ‘Zo past u uw machine veilig aan’, zie de volgende link: https://www.inspectieszw.nl/publicaties/brochures/2017/01/20/zo-past-u-uw-machine-veilig-aan. Op pagina drie van deze flyer zijn een aantal voorbeelden van substantiële wijzigingen weergegeven. Inspectie SZW ziet ‘verandering van prestatie (vermogen, dimensies en/of overbrengingen)’ als een substantiële wijziging. In de door u voorgestelde casus wordt een elektro-mechanische aandrijving vervangen door een hydraulische aandrijving. Een hydraulisch systeem heeft duidelijk andere gevaren dan die aanwezig waren in het oude systeem. Ook zal de besturing aangepast moeten worden om de werking van de machine met deze nieuwe aandrijving mogelijk te maken. De in deze casus besproken wijziging zal daarom zeker als substantieel moeten worden gezien. 
D) Het jaartal van de installatie waarop de substantiële wijziging wordt uitgevoerd speelt geen rol. Hierbij is aangenomen dat de bestaande persinstallatie voldoet aan de geldende Arbowetgeving, zoals bijv. richtlijn 2009/104/EG (Europees geldende Arbeidsmiddelenrichtlijn). Ook zal voor een bestaande machine, die door de eindgebruiker substantieel wordt aangepast, de volledige CE-procedure doorlopen moeten worden. 
In de gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EG (2de uitgave – juni 2010) wordt aangegeven dat bij substantiële omvorming of ombouw van een bestaande machine er sprake is van een ‘nieuwe machine’. Op dat moment dient voor deze machine de CE-markeringsprocedure te worden gevolgd. Pagina 61 van deze gids geeft hierover de volgende uitleg:
De machinerichtlijn is ook van toepassing op machines die zijn gebaseerd op gebruikte machines die zo substantieel zijn omgevormd of omgebouwd dat zij kunnen worden beschouwd als nieuwe machines. De vraag doet zich voor wanneer de omvorming van een machine wordt beschouwd als de bouw van een nieuwe machine die onder de machinerichtlijn valt. Het is niet mogelijk exacte criteria aan te geven om die vraag van geval tot geval te beantwoorden. Degene die een dergelijke omgebouwde machine in de handel brengt, wordt daarom aangeraden bij twijfel de desbetreffende nationale autoriteiten te raadplegen.
Met andere woorden: er zal een fabrikant moeten opstaan die alle taken van een fabrikant op zich neemt en uiteindelijk een EG-Verklaring van overeenstemming opstelt en een CE-markering aanbrengt.
 
Deze vraag is beantwoord door FUSACON B.V.