Prijswinnende toekomstdroom over zelfvoorzienende stad

Grazende schapen op het dak van de Gentse Sint-Niklaaskerk en gigantische open structuren met opeengestapelde huizen in het hart van de stad? Het toekomstbeeld van student architectuur Fred Meeuwens ziet er een beetje maf uit, maar zijn prijswinnende utopie is allerminst vrijblijvende Spielerei: “Als we ons leven volledig binnen de stad organiseren, kunnen we de verkavelde gebieden errond aan de natuur teruggeven”.

Het stadscentrum van Gent is compleet getransformeerd om alle basisbehoeften van zijn inwoners zelfstandig te kunnen lenigen. Schapen, geschoren op het dak van de Sint-Niklaaskerk, leveren de wol voor een trui voor elke Gentenaar. Tarwe gekweekt op groene productiebruggen met automatische oogstmachines zorgt ervoor dat ieder gezin brood op tafel krijgt. Grijpkranen hebben de huizen uit de verkavelingswijken weggehaald en in een open structuur in de stad opeengestapeld. Op andere plateaus zijn bossen aangeplant. Met het hout van de bomen gaan meubelmakers aan de slag.

Dit opmerkelijke toekomstbeeld komt uit de koker van Fred Meeuwens, student architectuur aan de Campus Sint-Lucas in Gent. Hij zond zijn 88 bladzijden tellende, rijkelijk geïllustreerde boekje Minder dan 15u/week in voor de wedstrijd ‘Schrijf een nieuwe utopie’, die Metaforum KU Leuven organiseerde naar aanleiding van de 500ste verjaardag van Thomas Mores Utopia. Een jury met onder meer schrijver David Van Reybrouck en VRT-journaliste Annelies Beck bekroonde zijn werk met ‘de prijs van de beeldende creativiteit’.

© Fred Meeuwens S

Schapen op het dak van de Sint-Niklaaskerk leveren de wol voor een trui voor elke Gentenaar. (ill,: Fred Meeuwens)

De titel van het boekje verwijst naar de 15 uur die de jager-verzamelaar minimaal nodig had om zich van onderdak en eten te voorzien. Fred Meeuwens stelt onze 38-urige werkweek ter discussie met de stelling dat we het met de ,huidige technologie makkelijk beter kunnen doen dan de 15u/week van 10 000 jaar geleden. En al die vrij gekomen tijd kan de mens gebruiken om zijn creativiteit uit te leven.

Hoe ben je op het idee voor deze utopie gekomen?

"Het groeide uit een ontwerpatelier van vorig jaar, getiteld Ticket to Nothingness. De eerste opdracht bestond eruit een winkeltje naast de Sint-Niklaaskerk in Gent te ontwerpen. Ik kwam met een mini-productieatelier voor kledij op de proppen, met een soort van anti-winkel eraan verbonden, waar de consument zijn eigen product kan maken. Dat was de kiem voor het idee van een zelfvoorzienende stad. Dat steden niet voor zichzelf kunnen instaan, vind ik een grote tekortkoming. Als we ons leven volledig binnen de stad organiseren, kunnen we de verkavelde gebieden errond aan de natuur teruggeven. Met mijn droombeeld wil ik mensen aanmoedigen om anders over steden te gaan nadenken."

Zitten er elementen in je utopie die je in de realiteit haalbaar acht?

"Het is zeker mogelijk om op een andere manier met de stad om te springen. Al zie ik de hoge stellingen waar mijn ‘opgeschepte’ huizen op geplaatst worden nog niet meteen in de stad oprijzen (lacht). Die moet je eerder als een metafoor zien. Het verkavelde Vlaanderen ontruimen zal onvermijdelijk zijn als we op een duurzame manier willen samenleven. De stadslandbouw die ik schets bestaat nu al, zij het op zeer kleine schaal. Ik wil aantonen dat er veel méér potentieel in zit."

© Fred Meeuwens

Tarwe gekweekt op groene productiebruggen met automatische oogstmachines zorgt ervoor dat ieder gezin brood op tafel krijgt. (ill.: Fred Meeuwens)

Zijn dit pistes die je later als architect verder wil bewandelen?

"Ik geloof niet in het bouwen van nieuwe huizen, dus daar ga ik me alleszins niet op toeleggen. Dit boekje is een springplank geworden om utopische ideeën over wonen verder uit te diepen. Ik zal blijven pleiten voor collectief wonen, voor open ruimte en voor tot het minimum beperkte private eigendommen, al zijn die principes binnen het huidige economische systeem niet realiseerbaar."

Er is toch een trend in die richting waar te nemen? De Vlaamse regering wil een betonstop vanaf 2040.

"Die komt veertig jaar te laat! Zoiets frustreert mij enorm."

Toch zit er ook humor in je utopie. De jury was gecharmeerd door de speelse stijl van je illustraties.

"Ik heb mijn utopie bewust op een heel lichte manier willen verbeelden. De stadsomgeving die ik schets is ook zo extreem dat ze bijna grappig wordt. Mijn boodschap ‘alle Vlamingen moeten weg uit hun perceeltje’ is redelijk hard. Daarom wou ik er een positieve draai aan geven."

Je boekje bevat behoorlijk wat tekeningen en ook het denkwerk is doorgedreven. Hoeveel tijd heb je er in totaal aan gespendeerd?

"Ik heb er toch zeker twee derde van een semester aan gewerkt. Er is veel tijd in onderzoek gekropen, maar de concretisering – alles uittekenen – heb ik in de laatste weken moeten klaren."

Heb je die passie voor tekenen altijd gehad?

"Ja. Eerst was het moeilijk om mijn ouders van de kunsthumaniora te overtuigen, maar vanaf het vierde jaar mocht ik die toch volgen. Analoog tekenen is inderdaad een passie. Welke richting mijn masterproef inhoudelijk uit zal gaan, is nog niet zeker, maar dat tekeningen er een belangrijk aandeel in zullen hebben, staat wél al vast."

Klik hier om kennis te maken met de andere prijswinnende utopieën van studenten.

Peter Van Dyck, KU Leuven

© Fred Meeuwens Grijpkranen hebben de huizen uit de verkavelingswijken weggehaald en in een open structuur in de stad opeengestapeld. "Dat moet je als een metafoor zien. Het verkavelde Vlaanderen ontruimen zal onvermijdelijk zijn als we op een duurzame manier willen samenleven." (ill.: Fred Meeuwens)

© Fred Meeuwens

"Met mijn droombeeld wil ik mensen aanmoedigen om anders over steden te gaan nadenken", zegt Fred Meeuwens. (ill.: Fred Meeuwens)