Beleidsregel liften voor 2016 gepubliceerd

Onlangs is een nieuwe Beleidsregel liften gepubliceerd die in overeenstemming is met de nieuwe richtlijn liften (2014/33/EU). Als er geen vrije ruimte is onder en/of boven een liftkooi kunnen bij uitzondering andere middelen worden gebruikt om risico op verplettering te voorkomen. De procedure hiervoor staat in de beleidsregel beschreven.

De Beleidsregel liften 2016 is op 7 juni 2016 gepubliceerd in de Staatscourant. De beleidsregel geeft aan hoe in Nederland kan worden voldaan aan de eisen uit de richtlijn liften 2014/33/EU, Annex I, artikel 2.2 derde alinea.

Veiligheidsmaatregelen in uitzonderlijke gevallen

In artikel 8, eerste lid, van het Warenwetbesluit liften 2016 is bepaald dat liften moeten voldoen aan de in Bijlage I van de richtlijn liften opgenomen essentiële veiligheids- en gezondheidseisen. Onder punt 2.2 van deze eisen wordt voorgeschreven dat ter voorkoming van het gevaar van verplettering een vrije ruimte of schuilruimte voorbij de uiterste standen van de kooi aanwezig moet zijn.

In uitzonderlijke gevallen kunnen andere passende middelen worden gebruikt om het risico op verplettering te voorkomen, met name als een vrije ruimte of schuilruimte in bestaande gebouwen niet te realiseren is. De Inspectie SZW moet daarmee dan wel vooraf instemmen. In de beleidsregel wordt aangegeven wat onder ‘uitzonderlijke gevallen’ en ‘andere passende middelen’ moet worden verstaan.

Voortzetting

De Beleidsregel liften 2016  is een voortzetting van het huidige beleid over liften in bestaande gebouwen. De beleidsregel is in lijn gebracht met de nieuwe richtlijn liften 2014/33/EU en de normalisatienormen die onder de nieuwe richtlijn liften zijn geharmoniseerd.