Nederlands ruimte-instrument Tropomi in laatste testfase

Voor Tropomi, het Nederlandse aardobservatie instrument dat per 2016 onze atmosfeer vanuit de ruimte monitort, is de laatste fase van de ontwikkeling en bouw aangebroken. Het meetinstrument is vanaf Dutch Space, het Nederlandse bedrijf dat hoofdaannemer is van Tropomi, vervoerd naar Centre Spatial in het Belgische Luik, waar het in de komende maanden uitvoerig wordt getest en gekalibreerd.

De eerste helft van 2014 stond in het teken van de samenbouw van Tropomi. Naast honderden gedetailleerde, hightech onderdelen vormen twee modules het hart van het instrument. De UVN-module, de spectrometer voor ultraviolet, visuele en nabij-infrarood ontwikkeld door TNO in Delft, en de Short-Wave InfraRed (SWIR)-module uit Engeland zijn tot één instrument samengebouwd. Voor dit complexe traject bereidde het Dutch Space team zich nauwkeurig voor met behulp van een 3D-model van het instrument. De samenbouw gebeurde onder zeer schone omstandigheden om de prestaties van de gevoelige, optische elementen te behouden. Na het testen van de elektrische systemen is Tropomi klaar voor vertrek naar België.

Kalibratie

In de testfaciliteit in Luik wordt Tropomi blootgesteld aan wisselende temperaturen in vacuüm en aan stevige trillingen die de lancering nabootsen. Het instrument wordt vervolgens gedurende vier maanden gekalibreerd. De kalibratie voorziet wetenschappers van informatie voor de toekomstige verwerking en -interpretatie van gegevens die het meetinstrument straks vanuit de ruimte stuurt.

Tropomi is een samenwerking tussen Dutch Space, KNMI, SRON en TNO, in opdracht van het NSO en ESA. Dutch Space is hoofdaannemer voor de bouw van het instrument. De wetenschappelijke leiding is in handen van het KNMI en SRON.