Hoe kun je innovaties maatschappelijk inbedden?

In het afgelopen jaar heeft het kabinet een verandering in gang gezet door het innovatiebeleid te richten op grote maatschappelijke uitdagingen op 4 gebieden: energietransitie en duurzaamheid; landbouw, water en voedsel; gezondheid en zorg; en veiligheid. Het Rathenau Instituut heeft voor het parlement op een rij gezet hoe innovaties beter maatschappelijk kunnen worden ingebed.

Vernieuwing van beleidsdoelen is volgens het instituut niet genoeg voor missiegedreven innovatiebeleid. ‘Ook de beleidsinstrumenten hebben vernieuwing nodig. Die zijn nog te veel gericht op het bevorderen van innovatief ondernemerschap en publiek-private samenwerking. Meer aandacht is nodig voor nieuwe manieren van innoveren waarin de maatschappelijke inbedding van innovaties centraal staat.’

Het Rathenau Instituut heeft de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar hoe onderzoek en innovatie kunnen bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen. In een Bericht aan het Parlement heeft het de belangrijkste conclusies en aandachtspunten verzameld voor de vernieuwing van de doelen en instrumenten van het innovatiebeleid.

Deltawerken en Apollo-ruimtevaart

Missiegedreven innovatiebeleid put inspiratie uit toonaangevende missies uit het verleden, zoals de missies van de Deltawerken en het Apollo-ruimtevaartprogramma. Deze historische missies worden vaak gezien als technologische missies. Maar juist in deze missies werd volgens Rathenau ook geleerd dat een goede maatschappelijke inbedding van technologische innovatie bepalend is voor het eindelijke succes. Zo werd het ontwerp van de Oosterscheldekering drastisch aangepast nadat er vanuit de maatschappij weerstand kwam tegen volledige afsluiting van de Oosterschelde.

‘Het is duidelijk dat de complexe uitdagingen van deze tijd vragen om innovatieve oplossingen die stevig ingebed zijn: niet alleen technologisch, maar ook economisch, bestuurlijk, juridisch en sociaal-cultureel. Juist deze inbeddingsaspecten bepalen de slagingskans. Innovatieve oplossingen kunnen alleen overleven als ze onderdeel worden van:

  • (nieuwe) technologische systemen en infrastructuren;
  • (nieuwe) markten en productieketens;
  • (nieuwe) wet- en regelgeving, standaarden, gedragscodes en protocollen;
  • waarden, opvattingen, verwachtingen, en routines van gebruikers en het brede publiek.’
  • Missiegedreven innovatiebeleid in uitvoering

 

Aandachtspunten

Op basis van eerder onderzoek en ervaringen in binnen- en buitenland benoemt het Rathenau 4 aandachtspunten die van belang zijn bij missiegedreven innovatiebeleid:

1. Voorkom volledige vervlechting van doelen

2. Hervorm bestaande instrumenten en ontwerp nieuwe instrumenten

Beleidsevaluaties laten zien dat de huidige mix van generieke en specifieke beleidsinstrumenten voor innovatiestimulering goed heeft gefunctioneerd. Zowel de WBSO, de PPS-toeslag als de MIT-regeling worden positief geëvalueerd als instrumenten voor innovatiestimulering in het kader van bedrijvenbeleid. Voor een missiegedreven innovatiebeleid zijn ze veel minder geschikt, omdat:

  • ze generiek zijn (WBSO);
  • ze vooral stimuleren op basis van een in-cash bijdrage aan publiek-privaat onderzoek van bedrijven en veel minder op basis van een visie op de ontwikkeling van transitiepaden (de PPS-toeslag);
  • ze vooral gericht zijn op het ondersteunen van innovatie in het MKB, niet op het adresseren van maatschappelijke uitdagingen (MIT-regeling).

Een missiegedreven innovatiebeleid vraagt om instrumenten die:

  • maatschappelijke inbedding als uitgangspunt nemen, dat kan bijvoorbeeld in de vorm van ondersteuning van living labs of soortgelijke initiatieven waarin vertegenwoordigers van alle inbeddingsaspecten worden betrokken;
  • nieuwe markten creëren en cross-sectoraal werken;
  • ruimte geven aan overheden om te experimenteren en risico’s te nemen;
  • wendbaar en flexibel zijn, om snel in te spelen op veranderende omstandigheden;
  • een platform creëren voor coördinatie en verbinding tussen de verschillende betrokken partijen en initiatieven om meer focus en massa te realiseren.

Het is nu nog onduidelijk wat de meest effectieve mix van beleidsinstrumenten zal zijn. Dat zullen bedrijven, kennisinstellingen, overheden en de maatschappij gezamenlijk moeten uitvinden. Missiegedreven innovatiebeleid is daarmee inherent experimenteel.

3. Ontwikkel een missiegerichte investeringsagenda

4. Zorg voor samenhang en complementariteit in de uitvoering
Missiegedreven innoveren vraagt om meer samenhang in de projectenportfolio dan bij het bedrijvengericht innovatiebeleid. Bij historische missies lag deze taak vaak bij een missieagentschap, zoals bij de Nasa bij ruimtevaartmissies.

Samenvattend: een nieuwe balans in innovatiebeleid?

Missiegedreven innovatiebeleid biedt een uitgelezen kans om (sleutel)technologie-ontwikkeling en innovatie te stimuleren op basis van maatschappelijke inbedding. Eerdere en buitenlandse ervaringen met missiegedreven innovatiebeleid laten zien, dat generieke instrumenten onvoldoende zijn en er ruimte moet komen voor maatwerk.

Belangrijke elementen van zo’n aanpak zijn:

  • Open, flexibele en adaptieve manieren van beleid en financiering van onderzoek en innovatie om op korte termijn te kunnen werken aan de ontwikkeling van maatschappelijk verantwoorde transitiepaden.
  • Ruimte voor experimenten in ontwikkeling en uitvoering van missiegedreven innovatiebeleid, met aandacht voor een effectieve rolverdeling tussen verschillende overheden (ministeries, provincies, gemeenten).
  • Ruimte voor nieuwe kennispraktijken waarin kennisinstellingen, bedrijven, gebruikers (professionals, consumenten), beleidsmakers, regelgevers, burgers en/of andere relevante maatschappelijke partijen gezamenlijk kunnen experimenteren met innovatieve oplossingen, zoals living labs en soortgelijke lokale experimenten.
  • Aandacht voor samenhang en continuïteit in de onderzoeks- en innovatieportfolio, zodat projecten op elkaar kunnen voortbouwen en lokale initiatieven kunnen opschalen.

In het kort vraagt dit om innovatie van het innovatiebeleid. Dat is een uitdaging in zichzelf die vraagt om een overheid die durft te experimenteren, risico te nemen en wendbaar is.