DNHK pleit voor grensoverschrijdend ‘Masterplan infrastructuur’

Duitsland en Nederland moeten de verkeersproblemen in beide landen gemeenschappelijk aanpakken. Een ‘Masterplan Infrastructuur’ kan het logistieke bedrijfsleven bevorderen, de grensregio opwaarderen en de staatskas op de lange termijn ontlasten. Dit is één van zeven standpunten die de Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK) aan de toekomstige regering wil meegeven.

De Handelskamer overhandigde de standpunten aan Bas Pulles, commissaris van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). Eveneens op de agenda staan:  meer internationale compatibiliteit bij het invoeren van technologieën en procedures zoals de kilometerheffing en milieuzones, meer inzet voor duurzame energie en het wegnemen van bureaucratische hindernissen voor investeerders.

  

Belemmeringen

"Duitsland is de belangrijkste handelspartner en de een na grootste directe investeerder van Nederland", benadrukt Kurt Döhmel, voorzitter van de DNHK. "Ondanks het feit dat we buren zijn, bestaan er nog teveel onnodige belemmeringen. Dit valt vooral op bij transport en logistiek", aldus Döhmel. "Als Nederland de groeiende vraag wil oplossen, zoals al in de uitbreiding van de Haven Rotterdam tot uitdrukking komt, dan moet ook de bereikbaarheid van het Rotterdamse achterland en dus de verbinding Rotterdam – Duitsland verbeterd worden."

Dit kan volgens de DNHK door het invoeren van een gezamenlijke ‘Masterplan infrastructuur’ met Duitsland. Deze zou punten zoals een betere doorstroming op de weg evenals afspraken over spoor- en waterverbindingen en de aanleg van regionale luchthavens kunnen bevatten. "Zaken binnen de grenzen te houden is de verkeerde weg", benadrukte Ummo Bruns, Port Representative van DB Logistics en voorzitter van de DNHK-vakcommissie transport & logistiek. Een voorbeeld hiervoor, aldus Bruns, is de Betuwelijn, die aan de Duitse kant sinds jaar en dag maar niet verder komt. "Dit betekent vooral ook een belemmering voor Nederlandse bedrijven die dit spoor graag vaker zouden willen gebruiken", aldus Bruns.

Steun voor grensoverschrijdend masterplan

Hoe belangrijk een gezamenlijk masterplan vanuit Nederlands perspectief is, komt ook in een recente enquête naar voren, die de DNHK onder meer dan 130 bedrijven heeft gehouden. "94,6 procent ondersteunt de gedachte van een dergelijk grensoverschrijdend  Masterplan, slechts 2,3 procent wijst dit af", zegt Bruns.

Ook op het gebied van recht en belastingen moet de internationale samenwerking worden verbeterd, aldus de Handelskamer. "Boetes van het Centraal Justitieel Incasso Bureau worden netjes in het Duits aan een buitenlandse klant verstuurd. Wil je echter in Nederland een bedrijf oprichten, moet je eerst een cursus Nederlands volgen om alle formulieren en procedures te kunnen begrijpen", zegt Paul Bavelaar, partner van VMW Taxand en voorzitter van de DNHK-commissie recht en belastingen. Formulieren zouden dus tenminste in het Engels moeten worden aangeboden.

Certificaten en getuigschriften erkennen

De Handelskamer vindt het eveneens onbegrijpelijk, dat veel getuigschriften en certificaten niet afdoende geldig zijn in het andere land en opnieuw moeten worden aangevraagd. "Het heeft toch geen zin, wanneer een gecertificeerd kraanmachinist uit Duitsland, die graag in Nederland wil werken, bovendien nog een praktijkexamen in Nederland moet doen", zegt Bavelaar. Een ernstige belemmering is ook dat handelsregisteruittreksels uit het andere land niet worden geaccepteerd. "Buitenlandse ondernemingen moeten in Nederland hun bestaansrecht opnieuw bewijzen. Waarom men er niet op vertrouwt, dat bijvoorbeeld het Duitse handelsregister dat net zo goed kan, blijft een bureaucratisch raadsel", aldus de advocaat.

Dit vond ook Bas Pulles van de NFIA, die juist op dit punt graag verandering wil zien. "We moeten meer uitgaan van wederzijds vertrouwen", aldus Pulles, die in Den Haag benadrukte dat dit thema zich daarvoor "uitstekend leent".

Energie

Een ander aspect is een betere samenwerking op het gebied van energie. "De landen in Europa vormen met betrekking tot hun energiebeleid nog steeds losse eilandjes", zegt Harald Dinger, managing director van RWE Energy Nederland, die in de vakcommissie ernergie van de DNHK zit. Nederland zou binnen een toekomstig Europees energienetwerk samen met Duitsland een voortrekkersrol kunnen spelen, aldus de DNHK. Eigen gasbronnen, een ontwikkeld leidingennetwerk evenals goede transportmogelijkheden bieden de basis voor verdere groei in dit segment.

Nederland moet echter ook meer doen voor het bevorderen van duurzame energiedragers. "Een klein land met veel kust: maak daar gebruik van", zegt Dinger. Met andere woorden: Nederland moet sterker inzetten op windenergie, vooral offshore. Dit geldt volgens de Handelskamer ook voor biomassa. "Nederland kan zich alleen handhaven op wereldniveau, indien men zich in het energiebeleid op deze sterke punten richt", vindt ook DNHK-voorzitter Döhmel. Tot nu toe ligt het aandeel duurzame energie met circa 3 procent duidelijk onder dat van bijvoorbeeld Duitsland met 10 procent. "De toekomstige regering moet zich op dit gebied sterker inspannen", vindt Döhmel. Anders zal Nederland in de internationale competitie de aansluiting verliezen.

Download hier de 7 DNHK-standpunten