3 jul. 2018
1 minuut
Q: Wij hebben een octrooi op een van onze machines. Nou is er een concurrent die voortdurend dingen van ons namaakt. Daar kunnen we bij niet-geoctrooieerde dingen niet altijd even veel tegen doen, hij weet helaas precies wanneer hij een grens overgaat. Van dat octrooi wordt hij echter een beetje zenuwachtig. Nou krijgen we van hem tekeningen toegestuurd met de vraag of we hier iets tegen gaan doen als hij het op de markt brengt. Moeten we hier op antwoorden?
A: In zijn algemeenheid: nee. Er moet een juridische relatie tussen u beiden zijn en die is er niet. Dat de ander dan nodeloze ontwikkel-, productie- en marketingkosten maakt, omdat u hem wellicht gaat afstraffen als hij met de gewijzigde uitvinding op de markt komt, heeft hij zelf veroorzaakt door willens en wetens de grenzen van naäpen op te zoeken. Hij bedenkt zelfs maar iets leuks.
Dit wordt anders, zoals in een recent geval, als er al een vonnis ligt met een veroordeling tot een dwangsom als er nog een keer octrooiinbreuk wordt gemaakt. Door dat vonnis met die dwangsom is er wèl een juridische relatie. En in dan moet u zich naar elkaar ‘redelijk en billijk’ gedragen. Als de ander denkt dat hij genoeg heeft gewijzigd om geen inbreuk te maken, kan hij u vragen of u dwangsommen gaat incasseren als hij het gewijzigde product op de markt brengt. Duidelijkheid is dan wel gewenst: het kan zijn dat de tekeningen van uw concurrent u onvoldoende inzicht geven en dat hij u dus een concreet prototype moet tonen.
Mr. Hub Dohmen
Dohmen advocaten
twitter: http://twitter.com/hdohmen
LinkedIn: http://nl.linkedin.com/in/hubdohmen