Onderzoekers restaureren eerste computermuziek – uit het lab van Alan Turing (audio)

Een computerwetenschapper en een componist hebben een oude opname van de allereerste computermuziek gerestaureerd. Jack Copeland en Jason Long remasterden een opname van drie melodieën, waaronder ‘God Save the Queen’, die in 1951 door de BBC werd gemaakt in het lab van computerpionier Alan Turing.

De muziekfragmenten zijn gemaakt op Turing’s prototype Mark II computer, waarbij het geluid werd geproduceerd door de uiterst elementaire computerluidspreker, die door Turing ‘the hooter’ was gedoopt. Uit de opnames blijkt wel hoe hij op die naam kwam.

In een blog voor de British Library leggen Copeland en Long uit dat Turing er in slaagde om de hooter tonen de laten spelen door het herhalen van korte bursts van geluid op hoge snelheden. Maar Turing was niet er geïnteresseerd in deze innovatie en na het publiceren van zijn aantekeningen over de technische theorie in een computermanual (de eerste in zijn soort) liet hij de hooter voor wat het was. Het was amateurpianist – en latere programmeur – Christopher Strachey die Turing’s aanwijzingen omzette in melodieën. De jonge onderwijzer kreeg zelfs toestemming van Turing om de Mark II buiten werktijd te gebruiken.

Dit schrijven Copeland en Long over wat er toen gebeurde:

"Ik zat voor die enorme machine," zei Strachey, "met vier of vijf rijen met twintig schakelaars en andere toestanden. En de kamer leek op de controleruimte van een oorlogsschip". Voor het eerst in de geschiedenis vonden er toen nachtenlange programmeersessies plaats.  ‘s Ochtends toeterde de computer tot verbazing van de toeschouwers op schorre toon het volkslied.  Turing, een man van weinig woorden, zei enthousiast: "Good show".

Strachey had geen betere manier kunnen vinden om de aandacht te trekken: een paar weken later ontving hij een brief waarin hem een baan op het computerlab werd aangeboden.  

De BBC-opname, die later dat jaar werd gemaakt, bevat niet alleen het volkslied, maar ook een vertederende maar nogal onbezonnen vertolking van het kinderliedje ‘Schaapje, schaapje, heb je witte wol’ en een uitvoering van Glenn Miller’s hit ‘In the mood’. Er zijn nog steeds niet-opgeloste vragen over het auteursrecht van de programmaroutines die deze melodieën speelden.

In het kielzog van Strachey’s tour de force begon een aantal medewerkers van het lab met het schrijven van muziekprogramma’s; zelfs de routine die het volkslied in de opname speelde, zou mogelijk een verbeterde versie zijn van het origineel van Strachey.

Het bestaan van de originele 12-inch plaat, waarop de melodieën in 1951 zijn opgenomen, was al een tijdje bekend.  Maar toen professor Copeland en componist Long er naar luisterden, ontdekten ze dat de audio niet accuraat was. Door de muziek te vergelijken met wat zij wisten over de technische beperkingen van de Mark II, ontdekten ze dat de frequenties tijdens de opname waren verschoven. Door precies uit te zoeken welke noten de computer van Turing kon spelen, slaagden ze erin om de melodieën te restaureren op hun oorspronkelijke toonhoogte.