Buitenlandse ondernemingen mogen niet meer online publiceren in China

De Chinese overheid heeft strengere regels ingesteld voor het online publiceren van ‘creatief werk’. Vanaf half maart mogen buitenlandse ondernemingen een groot aantal zaken niet meer op het web publiceren Dit is onder van de strategie van Beijing om meer controle te krijgen over de media en berichten op het internet.

Mareike Ohlberg, research associate van het Berlijnse Mercator Instituut voor China Studies (Merics), licht de veranderingen toe.

Volgens de nieuwe richtlijnen mogen buitenlandse ondernemingen geen boeken of tijdschriften meer publiceren op het Chinese internet, hoewel enigszins vaag wordt verwezen naar de mogelijkheid om formeel een uitzonderingspositie te verkrijgen. Naast publicaties als boeken en tijdschriften gelden de nieuwe regels ook voor ander ‘creatief werk’, zoals games en cartoons. Chinese instituten en ondernemingen kunnen doorgaan met online publishing, maar zij moeten daarvoor wel een licentie aanvragen. Een van de vereisten daarvoor is dat alle content moet worden gehost op Chinese servers, zodat de autoriteiten makkelijk toegang krijgen en onwelgevallige inhoud kunnen blokkeren.

De regels gelden niet voor buitenlandse nieuwsmedia, zoals de New York Times, omdat ‘nieuws’ en ‘publishing’ in China verschillend worden behandeld. Maar ook buitenlandse nieuwsportalen ondervinden nu al problemen in China: zij kunnen door de overheid worden gecensureerd of geblokkeerd.

De beslissing betekent een stap terug voor buitenlandse bedrijven die het Chinese internet zien als een lucratieve markt. Onderdeel van het nieuwe plan is dat Beijing een aantal ‘mazen in de wet’ wil dichten, die het voor nieuwsoortige ondernemingen mogelijk maakten om op de Chinese markt te opereren. China heeft een bijzonder geavanceerd systeem om de controle te houden over traditionele (offline) media, maar het internet is een broedplaats van nieuwe media en mediaplatforms. De Chinese overheid is daardoor gedwongen constant gelijke tred te houden met de nieuwe ontwikkelingen. Op een bepaalde manier zijn de nieuwe regels een poging om internetmedia meer vast te knopen aan het bestaande raamwerk voor traditionele media.

De nieuwe regels zijn niet alleen bedoeld om controle te krijgen over internetmedia, maar moeten ook worden gezien als onderdeel van de Chinese campagne voor wat wordt genoemd internet soevereiniteit. Vooral sinds afgelopen jaar draagt Xi Jinping het idee uit dat nationale soevereiniteit moet worden uitgebreid tot het internet. Dat betekent dat elk land binnen zijn grenzen het recht heeft om internetgebruik te reguleren – zelfs als dat leidt tot enorme beperkingen van de content die voor ‘netizens’ beschikbaar is.

Xi probeerde kortgeleden steun te krijgen voor dit idee, op het World Internet Congress in de Chinese stad Wuzhen.

Sinds Xi aan de macht kwam, heeft de Chinese regering zijn greep op het openbare leven drastisch en consistent verstevigd. Al in 2013 startte de regering een campagne tegen ‘schadelijke content’ in social media. Datzelfde jaar verspreidde de regering een lijst met zeven taboes, die het journalisten, academici en andere mensen op invloedrijke posities, verboden om meningen te uiten die afwijken van de officiële lijn. Ook hoogleraren aan Chinese universiteiten staan onder strengere controle en NGO’s en advocaten die te maken hebben met politiek gevoelige onderwerpen zijn geconfronteerd met enorme druk, tot zelfs arrestaties toe.

Het is hoogst onwaarschijnlijk dat het huidige beleid van controle over het publieke domein in de toekomst zal veranderen. China wil niet langer in het geheim censureren. Dat gebeurt steeds vaker openlijk, door te refereren aan het eigen juridische raamwerk en het concept van internetsoevereiniteit.