Dit zijn enkele van de belangrijkste bevindingen:
De implementatie van ambitieuze wereldwijde doelstellingen voor biobrandstoffen voor 2020 op basis van eerste generatie technologieën kan de internationale landbouwgrondstoffenprijzen aanzienlijk opdrijven, ondanks het temperende effect van de bijproducten die diervoeders vervangen. Bovendien kan verandering in landgebruik voor de productie van biobrandstoffen direct en indirect leiden tot minder gunstige broeikasgasemissiereducties en deze zelfs omzetten in netto toename van emissies.
Er zijn echter maatregelen mogelijk die deze risico’s en negatieve invloeden beperken. Beleidsmaatregelen die een hogere landbouwproductiviteit stimuleren kunnen het aanbod verhogen en toekomstige vraag naar land voor voedsel, veevoer en brandstoffen verminderen. Toename van duurzame opbrengsten in regio’s zoals de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara zal de regionale voedselzekerheid verbeteren en land vrijmaken voor de ontwikkeling van biobrandstoffen.
Tweede generatie biobrandstoffen die gemaakt worden van reststoffen en gewassen die geteeld worden op marginale gronden concurreren niet met voedselgewassen en ze zullen naar verwachting een substantiële bijdrage leveren aan het terugdringen van broeikasgasemissies. Deze technologieën bevinden zich echter nog in de demonstratiefase. Om ze naar de markt te kunnen brengen zijn beleidsmaatregelen nodig die rekening houden met hun risicoprofielen en een gunstig en stabiel investeringsklimaat creëren. Hoge subsidies op investeringen kunnen bijvoorbeeld barrières bij het overgaan tot investeringen opheffen.
Naast de houtverwerkende industrie zal ook de energiesector lignocellulose grondstoffen nodig hebben voor de productie van hernieuwbare elektriciteit en warmte. Strategieën en beleid die zich richten op het combineren van biobrandstoffen en warmte kunnen efficiënt gebruik van bronnen echter mogelijk maken. Daarnaast kan koppeling van tweede generatie biobrandstoffen aan stadsverwarmingssystemen de kostenconcurrentiepositie van tweede generatie technologieën verbeteren. Andere belangrijke strategieën zijn verbetering van duurzame levering van houtgrondstoffen en het voorkomen van beperkingen op de export van duurzame houtbronnen naar de EU.
Het Elobio-project heeft een looptijd van twee jaar en wordt gecoördineerd door het Energieonderzoek Centrum Nederland ECN en uitgevoerd door een consortium van zeven Europese instituten met verschillende disciplinaire achtergronden. Het team zal op 16 maart de definitieve resultaten presenteren op het World Biofuels Markets congres in Amsterdam.
De Pi-Pop is een e-bike zonder de gewone energiecellen. Hij werkt op kracht zonder lithium-ion,…
Straling vanuit de ruimte is een uitdaging voor kwantumcomputers, omdat hun rekentijd beperkt wordt door…
Na meer dan 40 jaar voor KSB te hebben gewerkt, gaat directeur Nico Gitz binnenkort…
3T Electronics & Embedded Systems, onderdeel van de Kendrion Group, heeft een nieuwe locatie in…
Een nieuw huisbeveiligingssysteem schiet indringers de tuin uit met paintballs of traangas. Het is te…
Om ervoor te zorgen dat er steeds meer hernieuwbare waterstof wordt geproduceerd in Nederland en…