Rathenau ziet gebrek aan urgentie en richting bij besluitvorming radioactief afvalbeheer

Een gebrek aan urgentie en richting bij de besluitvorming over de berging van radioactief afval belemmert de kennisopbouw die voor die besluitvorming noodzakelijk is. Dat concludeert het Rathenau Instituut in het rapport Koersen naar kennis over de knowhow die Nederland heeft om te kunnen besluiten over een definitieve bergplek voor radioactief afval.

Kerncentrale Borssele, 1986. Foto: Rob Croes / Anefo via Wikimedia

Het rapport stelt dat de overheid de kennisontwikkeling gerichter kan sturen door een helder stappenplan te maken voor de besluiten die ze in de toekomst zal moeten nemen.

Eind vorige eeuw besloot de regering om het Nederlandse radioactief afval op te slaan in Zeeland. Deze bovengrondse opslag is een tijdelijke oplossing voor de lange termijn. Het kabinet wil rond het jaar 2100 beslissen over een definitieve bergplek die bij voorkeur diep in de grond ligt en dertig jaar later in gebruik moet zijn. Het besluitvormingsproces hiervoor moet nog worden ingevuld.

‘Kennis is noodzakelijk om te bepalen hoe en waar Nederland het afval kan bergen en voor het in kaart brengen van de risico’s die daarmee samenhangen’, aldus het Rathenau Instituut. ‘Ook regionale overheden, maatschappelijke organisaties en burgers hebben deze kennis nodig om hun rol bij de besluitvorming te kunnen spelen. Omdat het momenteel niet duidelijk is wanneer het kabinet de beslissingen gaat nemen die aan een definitieve bergplek vooraf moeten gaan, is het onduidelijk welke kennis wanneer beschikbaar moet zijn.’

Het instituut sprak met 24 deskundigen, organiseerde twee workshops en bestudeerde relevante literatuur. Hieruit concludeerde het dat Nederland de berging lange tijd vooral zag als een technische uitdaging. Het onderzoek richtte zich vooral op methoden om het afval in zout- of kleilagen te bergen. Sociaalwetenschappelijke kennis over bijvoorbeeld besluitvorming en het betrekken van belanghebbenden kreeg veel minder aandacht en is nog steeds een ondergeschoven kindje. Ook is het onduidelijk wie dat onderzoek moet financieren: de afvalproducenten of de overheid?

“Het beheer van radioactief afval is ook een maatschappelijk vraagstuk”, zegt onderzoeker Romy Dekker. “Het is niet alleen belangrijk dat er voldoende kennis is, maar ook dat burgers vertrouwen hebben in die kennis en hoe die tot stand is gekomen. Daarvoor zul je ze ook een rol moeten geven in het onderzoek. In het buitenland zijn daar interessante voorbeelden van. Zo kunnen in Zweden maatschappelijke organisaties geld krijgen voor onderzoek naar nucleair afval en kunnen regionale overheden in Zwitserland onafhankelijke onderzoekscommissies instellen.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *