Noodstopvoorzieningen bij sluizen blijken onbetrouwbaar

In het rapport wordt het risico op het falen van de noodstopfunctie als zijnde zeer hoog aangemerkt. Ongevallen met dodelijke afloop zijn niet uit te sluiten.

Niet alleen onderhoudsmonteurs lopen risico’s als de noodstop faalt maar ook (vaar)weggebruikers kunnen er door in gevaar komen. Enkele conclusies uit het onderzoek:

• Het optreden van het risico kan ongevallen met ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
• Vaar- en weggebruikers worden continu blootgesteld aan het mogelijke gevaar.
• De noodstopfunctie is zowel bij ‘bediening op afstand’ als lokale bediening technisch gezien onbetrouwbaar.

Zorgen over veiligheid

Het onderzoek concentreert zich op twee sluiscomplexen in Zeeland namelijk die van Zandkreek en Grevelingen. De veiligheid bij die sluizen is inmiddels verbeterd. Maar uit vragen die vanuit de Tweede Kamer aan minister Schultz van Haegen (infrastructuur) zijn gesteld, vanuit onder meer de regeringsfracties, blijkt dat in politiek Den Haag zorgen leven over de veiligheid van andere sluiscomplexen in den lande (zie brief Minister Schultz van Haegen aan Tweede Kamer, als pdf bijgevoegd onderaan dit bericht). De antwoorden van de bewindsvrouw maken duidelijk dat hierover weinig bekend is. De uitkomsten van een landelijk onderzoek worden pas in 2016 verwacht.

Strengere wetten en regels

Het op afstand bedienen van de sluizen speelt een belangrijke rol bij de veiligheid van de sluizen. In dit systeem worden meerdere sluizen op afstand bediend door dezelfde persoon. Deze kan de werking van de noodstopvoorziening onvoldoende in de gaten houden. Bij de twee onderzochte sluizen is dit probleem inmiddels opgelost, zo blijkt uit antwoorden van de minister. Zij wijst er op dat de onbetrouwbaarheid van de noodstop niet voortkomt uit een ontwerpfout of uit gebrekkig onderhoud. Wel zijn wetten en regels strenger geworden waardoor de voorzieningen niet meer voldoen aan de eisen.

Beantwoording-vragen-schriftelijk-overleg-op-afstand-bedienen-van-sluizen.

Bron: Cobouw