LeydenJar en Highpower: Innoveren met China — kansen en bedenkingen

LeydenJar gaat samenwerken met Highpower Technology, een Chinese producent met ruim 20 jaar ervaring in de ontwikkeling en massaproductie van lithium-ioncellen. Doel: het ontwikkelen en opschalen van batterijen met ultra-hoge energiedichtheid. De alliantie roept vragen op — vooral in Nederland, waar er argwaan is over Chinese samenwerkingen op het gebied van tech, intellectueel eigendom en strategische afhankelijkheid.

LeydenJar levert een siliconenanode (100 % silicium) die in vergelijking met conventionele grafietanodes een energie-opslagverhoging van minstens 50% mogelijk maakt.

Highpower brengt jarenlange knowhow in celontwerp en industriële productie in. Door de silicium-anode te integreren in beproefde celarchitecturen, kunnen de voordelen hopelijk op betrouwbare en opschaalbare wijze worden benut.

In laboratoriumtests hebben de proefcellen al 500 cycli doorstaan zonder externe compressie. Het streefgetal is een energiedichtheid tot 1.350 Wh/L op nominaal stapelniveau — hetgeen een nieuwe benchmark zou zijn voor consumentenelektronica als dit succesvol opschaalbaar blijkt.

Dit jaar al zijn er pre-productiecellen gebouwd bij Highpower, waarmee de productie is opgeschaald naar 10.000 batterijen voor kwalificatie voor consumentenelektronica in 2026. Met de productiefaciliteit PlantOne van LeydenJar in Eindhoven start de volledige productie van batterijcellen in 2027.

Christian Rood, CEO van LeydenJar: “We zijn niet langer aan het praten over mogelijkheden. We produceren al duizenden cellen en leveren aan toonaangevende klanten. Door onze 100 % siliconenanodes te combineren met Highpower’s productiekennis, boeken we recordresultaten in echte apparaten.”

Nederlandse zorgen en scepsis

In Nederland bestaat er wel enige terughoudendheid. De voornaamste zorgen zijn:

• Vertrouwen en reputatie. Het Nederlandse publiek en beleidsmakers zijn sceptisch over samenwerking met China vanwege eerdere incidenten in andere sectoren. Vertrouwen moet eerst worden opgebouwd; transparantie en heldere contracten zijn daarbij cruciaal.
• Afhankelijkheid van buitenlandse partners. Samenwerkingen met Chinese bedrijven roepen vragen op over wie de controle heeft, welke partijen toegang krijgen tot wat, en hoe vervlochten de technologie en het intellectueel eigendom zullen zijn. Er is angst dat kennisoverdracht vooral één richting op gaat, of dat Nederland op termijn minder autonomie heeft in de batterijproductie.
• Risico op fouten en gebrek aan transparantie. LeydenJar’s CEO Christian Rood benoemt zelf dat samenwerking met China “onvermijdelijk” is, maar ook dat ze bereid zijn fouten te maken. Dat wekt enerzijds vertrouwen – eerlijk zijn over risico’s is goed – maar roept anderzijds vragen op over hoe die fouten worden gemitigeerd, wie aansprakelijk is, en hoe transparant processen zijn.
• Bezorgdheid over intellectueel eigendom en veiligheid. Batterijtechnologie is strategisch. De ontwikkeling van nieuwe materialen en processen kan een groot concurrentievoordeel opleveren. Er is publieke discussie over de bescherming van IP wanneer Chinese partijen betrokken zijn, en zorgen over politieke druk, exportcontrole en mogelijke overheidsinmenging.