24 feb. 2025
1 minuut
De 100 meter in 9,49 seconden. Dat is volgens wiskundigen het hoogst haalbare voor de mens. Blijft Usain Bolt de snelste mens ooit?
Wiskundig statistici John Einmahl (Tilburg University) en Yi He (Universiteit van Amsterdam) baseren zich op statistische technieken die laten zien dat de huidige wereldrecords al uitzonderlijk zijn, en mogelijk nauwelijks nog verbeterd kunnen worden.
Nieuwe statistische benadering
In plaats van de trends in wereldrecords te extrapoleren, gebruikten de onderzoekers een methode gebaseerd op ‘heterogene extreme-waardenstatistiek’. Dit statistische model richt zich op de uiterste prestaties binnen een populatie en biedt een robuuste manier om de absolute grenzen van menselijke snelheid te bepalen.
Einmahl: “We analyseerden duizenden prestaties van topatleten tussen 1991 en 2023. Hierbij hebben we niet alleen persoonlijke records, maar meerdere snelle tijden per atleet meegenomen. Zo konden we de dataset aanzienlijk uitbreiden. Het basisidee is dat iedere atleet een theoretisch beste mogelijke tijd heeft. De ultieme wereldrecordtijd wordt vervolgens bepaald als de laagste grens van deze theoretische tijden over alle topatleten.”
De schattingen voor de ultieme wereldrecords
Voor mannen schatten Einmahl en He het ultieme wereldrecord op 9,56 seconden. Daarnaast berekenden ze dat 9,49 seconden een conservatieve (95% betrouwbaarheid) ondergrens is. “Dit betekent dat het vrijwel uitgesloten is dat een mens binnenkort sneller dan 9,49 seconden zal lopen. Opvallend genoeg ligt dit slechts fracties van een seconde onder het huidige wereldrecord van 9,58 seconden, dat Usain Bolt in 2009 vestigde.”
Voor vrouwen wordt het ultieme record geschat op 10,34 seconden, met een conservatieve ondergrens van 10,20 seconden. Dit suggereert dat er nog enige ruimte is om het huidige wereldrecord van 10,49 seconden, gelopen door Florence Griffith Joyner in 1988, te verbeteren.
Het laatste nieuws
Geef een reactie
Reacties (3)
Anderen lazen ook
Dit is een vreemde manier van statistieken gebruiken. Er is geen indicatie dat er een absolute grens is aan de 100m-tijd. Wat je wel kunt zeggen is dat naarmate je de grens lager legt, des te kleiner de kans. Als de uitkomst was geweest dat een tijd van 9.4 sec slechts eens per 250 jaar zou voorkomen had ik het overtuigend gevonden.
Helemaal mee eens! Uitleg zou interessant zijn.
Kansverdelingen met een negatieve extreme-waardenindex hebben een eindig eindpunt (absolute grens). De schattingen voor deze index zijn inderdaad flink negatief: –0.20 (mannen) en –0.17 (vrouwen).
Groet,
John Einmahl