Waterstofdrone vliegt voor het eerst boven Nederland

Op het testcentrum in Marknesse heeft het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) een op waterstof aangedreven drone laten vliegen. De Nederlandse primeur in de buitenlucht biedt extra inzichten in het onderzoek naar en ontwikkeling van alternatieve brandstoffen voor een duurzame luchtvaart.

Martin Nagelsmit, manager van het NLR-programma Elektrisch vliegen: "De drone heeft een vermogen van 2 kW. De volgende geplande stap om op waterstof te vliegen is een stuk groter: 15 kW. NLR streeft ernaar dat de luchtvaart in 2070 emissievrij is. De aandrijving op waterstof kan daarin een grote rol spelen. Dat maken we nu dus eerst mogelijk voor drones. Daarnaast tonen we hiermee een concrete stap voor de afspraken die de luchtvaartsector heeft gemaakt om de CO2-uitstoot in 2030 met 35% te verminderen en de afspraken in het ontwerpakkoord duurzame luchtvaart."

Na het uitvoeren van verschillende testen zal NLR zijn bevindingen delen met andere partijen zodat ook zij op kort termijn vluchten kunnen uitvoeren. De Marine is bijvoorbeeld bezig met de ontwikkeling van een waterstofdrone voor vluchten boven zee en vanwege de nauwe samenwerking met DroneHub Groningen Airport Eelde zal ook hun drone binnenkort door NLR gekeurd kunnen worden.


 

Lees ook:

Drone op waterstof

 


Vliegen op waterstof

De drone  – formeel: Remotely Piloted Aircraft System (RPAS) – weegt 8 kilo, heeft 6 propellers en is voorzien van een hogedruktank (300 bar) van twee liter gevuld met waterstofgas. De tank staat in verbinding met een brandstofcel die een elektrochemisch proces op gang brengt. In dat proces wordt waterstof samen met zuurstof uit de lucht omgezet in elektrische energie. Die zorgt ervoor dat de drone op een (lokaal) CO2-neutrale manier kan vliegen. Het enige restproduct is waterdamp.
De drone kan met een volle tank beduidend langer vliegen dan alleen met een batterij.

Veilig vliegen met drones

In het Nederlands luchtruim mag in principe alleen worden gevlogen met toestellen en door vliegers die voldoen aan alle wettelijke eisen. NLR heeft eind 2015 het Netherlands RPAS Test Centre (NRTC) opgezet met ruimere bevoegdheden: een eigen luchtruim met de benodigde beschikkingen en ontheffingen om met prototypes te vliegen die nog niet aan alle eisen voldoen. Het luchtruim en het grondgebied zijn afgesloten terreinen. De waterstofdrone is experimenteel gekeurd en NLR-piloten mogen ermee vliegen zonder een ‘Speciaal Bewijs van Luchtwaardigheid’ (S-BvL).

Een veiligheidsanalyse heeft er onder andere toe geleid de drone te voorzien van een back-up voor de waterstofaandrijving. Indien er sprake zou zijn van vermogensverlies kan een batterij automatisch bijspringen. De drone kan daarmee verder vliegen en veilig landen.