"Je kunt elektronen bijna altijd vergelijken met water", zegt professor Sarbajit Banerjee, de eerste auteur van een artikel over dit effect in Nature Communications. "Ze vormen kleine poeltjes, maar alleen als de poeltjes met elkaar verbonden zijn is er stroming. Als er maar genoeg elektronen bij komen worden de poeltjes met elkaar verbonden en loopt er stroom."
De belangrijke vraag is natuurlijk: kun je met deze kennis een betere batterij maken? Banerjee wijst op twee opkomende technologieën die kunnen helpen bij het oplossen van het problem. De eerste is nanotechnologie en de tweede ‘geavanceerde materialen’. Daarmee moet het mogelijk worden om kleinere architectuur te maken waarin lithiumionen sneller worden opgenomen en losgelaten en nieuwe materialen zouden de elektronen-poeltjes kunnen voorkomen.
Lithium-ion batterijen zijn al ongeveer 40 jaar op de markt, maar de vraag is nu groter dan ooit. Omdat fabrikanten steeds meer rekenkracht in hun producten stoppen, zijn alle ogen gericht op de batterijtechnologie en een nieuwe doorbraak daarin. Die moet nieuwe technieken mogelijke maken, zoals draadloos opladen en het Internet of Things.
Lees meer over de studie op Phys.org.
De Pi-Pop is een e-bike zonder de gewone energiecellen. Hij werkt op kracht zonder lithium-ion,…
Straling vanuit de ruimte is een uitdaging voor kwantumcomputers, omdat hun rekentijd beperkt wordt door…
Na meer dan 40 jaar voor KSB te hebben gewerkt, gaat directeur Nico Gitz binnenkort…
3T Electronics & Embedded Systems, onderdeel van de Kendrion Group, heeft een nieuwe locatie in…
Een nieuw huisbeveiligingssysteem schiet indringers de tuin uit met paintballs of traangas. Het is te…
Om ervoor te zorgen dat er steeds meer hernieuwbare waterstof wordt geproduceerd in Nederland en…