‘Vroeg of laat zullen we onze energiebronnen efficiënter moeten beheren’

“Bedrijven bevinden zich vandaag de dag op een cruciaal punt”, concludeert Holger Engelbrecht, productmanager Tools & Lighting bij reichelt elektronik op basis van onderzoek. “De eerste stappen naar een energie-efficiëntere bedrijfsvoering zijn al gezet. Nu liggen de volgende uitdagingen in het verschiet, die van ondernemingen grotere investeringen en meer ingrijpende veranderingen in hun energiemanagement vergen. Tegelijkertijd kunnen we de huidige situatie zien als een wake-up call. Vroeg of laat zullen we onze energiebronnen efficiënter moeten beheren.”

Hoe lang zullen de gasreserves van Nederland nog meegaan en stevenen we dan af op een energiecrisis? Dergelijke vragen baren de ondernemingen momenteel grote zorgen. Reden voor reichelt elektronik onderzoeksinstituut OnePoll te laten kijken naar de invloed van de huidige energiesituatie op de winstgevendheid van ondernemingen en wat ze doen om energie te besparen.de de opdracht gegeven. Het onderzoek is uitgevoerd onder meer dan duizend 1.000 ondernemingen in Europa, waarvan 250 in Nederland.

Nu al negatieve invloed

78 procent van alle ondervraagde bedrijven zegt dat de stijgende energieprijzen nu al een negatieve invloed hebben op hun winstgevendheid. Slechts tien procent heeft geen last van de stijgende prijzen. Interessant is ook dat grote bedrijven zeggen meer last te hebben van de stijgende energiekosten dan kleine en middelgrote bedrijven.

Ongeveer twee derde van de respondenten (67 procent) gaat ervan uit dat de prijsstijging op lange termijn een negatief effect op hun bedrijf zal hebben als deze trend doorzet. 38 procent verwacht dat de energiekosten de komende drie jaar fors zullen stijgen. 37 procent verwacht een meer gematigde stijging. Daarnaast verwacht 89 procent van de respondenten ook op korte termijn een drastische stijging van de energiekosten.

Gevraagd naar de ontwikkelingen op de energiemarkt die hun bedrijf de meeste schade berokkenen, noemt meer dan de helft (60 procent) stijgende prijzen als gevolg van slinkende energievoorraden. Dit wordt gevolgd door tekorten aan olie en aardgas als gevolg van een gebrek aan import (34 procent). Anderzijds maakt minder dan een derde (27 procent) zich zorgen over stijgende investeringskosten als gevolg van strengere energiekosten door het Europees Parlement.

Wat kunnen bedrijven doen?

Bedrijven hebben, net als particulieren, weinig speelruimte om de prijzen te beïnvloeden. Bedrijven moeten daarom het heft in eigen hand nemen en individuele oplossingen zoeken. Iets minder dan de helft (40 procent) van de bedrijven gebruikt bijvoorbeeld al eigen opgewekte energie – bijvoorbeeld via zonnepanelen op het bedrijfsterrein. Daarnaast heeft 35 procent speciale voorwaarden bedongen in hun contracten met olie-, gas- of elektriciteitsleveranciers.

Als het gaat om de maatregelen die bedrijven meestal al hebben genomen:
• 85 procent – Vervanging van alle lichtbronnen door LED’s
• 71 procent – Verbetering van de isolatie van gebouwen
• 62 procent – Werknemers bewuster maken van energiebesparing
• 61 procent – Automatisering van verlichting

Op basis van deze lijst is het duidelijk dat de meeste bedrijven de concrete en gemakkelijk uit te voeren taken al hebben aangepakt.

Terugverdientijd grootste horde

Andere maatregelen, waarvan de uitvoering ingewikkelder is, hebben daarentegen nog geen algemene ingang gevonden in de bedrijven. Neem bijvoorbeeld de vervanging van oude door nieuwe, efficiëntere machines. De grootste horde voor bedrijven is dat de terugverdientijd te lang of niet aantrekkelijk genoeg is (31 procent). De motivatie om energiebesparingen door te voeren is daarom laag. Het op een na grootste obstakel is dat energiebesparing een complexe aangelegenheid is (30 procent). Het is voor hen moeilijk om de voordelen van afzonderlijke maatregelen in te schatten en er is een gebrek aan gemakkelijk toegankelijke toepassingsvoorbeelden. Wat zijn de juiste en meest efficiënte maatregelen? 29 procent van de respondenten is ten einde raad als het op deze vraag aankomt.