Krijgt de proloog van de Tour de France, aanstaande zaterdag in Utrecht, de terechte winnaar? Nieuw windonderzoek van de TU Eindhoven toont aan dat de volgauto een wielrenner tijdwinst kan geven door er vlak achter te rijden. Een tijdwinst die tijdens de Tour-proloog kan oplopen tot zo’n zes seconde – genoeg om beslissend te zijn voor de overwinning. Voor langere tijdritten en wereldkampioenschappen kan het effect zelfs tientallen seconden groter zijn. Windhoogleraar Bert Blocken adviseert de internationale wielerbond UCI dan ook om de regels over volgauto’s aan te passen en de minimale afstand tot de renners te vergroten. “Nu is er mogelijk sprake van oneerlijke competitie”.
Dat je minder last hebt van de wind als je achter een auto fietst, is een bekend gegeven. Maar dat de wind ook afneemt als je vóór een auto fietst is nieuw. Simpel gezegd neemt een auto de onderdruk deels weg die achter je ontstaat tijdens het fietsen – en die onderdruk remt je af. Hoe kleiner de afstand tussen de fietser en de auto, hoe groter dit ‘volgwageneffect’ is. Eerder was al bekend dat dit ook voor twee wielrenners geldt: een wielrenner op kop heeft voordeel van zijn achtervolger.
Windtunneltesten en computersimulaties
TU/e-hoogleraar en wielerliefhebber Bert Blocken gebruikte zijn kennis van windstromingen om uit te rekenen welke gevolgen het volgwageneffect kan hebben voor tijdritten in het hedendaagse wielrennen. Volgauto’s moeten verplicht minstens tien meter afstand houden, al rijden ze in de praktijk vaak dichter achter de renners. Hij deed computersimulaties en metingen in een windtunnel met modellen van een tijdrijder en volgauto. De resultaten verrasten Blocken; het effect bleek groter dan verwacht.
Beslissende tijdswinst
Bij bijvoorbeeld de proloog van de Tour de France aanstaande zaterdag in Utrecht kan een wielrenner zo’n 6 seconde winnen als de volgauto tijdens de tijdrit op 5 meter rijdt, in plaats van op de reglementaire 10 meter afstand. Dat kan al beslissend zijn; tijdritten worden met kleinere verschillen gewonnen. Voor een tijdrit van 50 kilometer lang kan deze tijdwinst oplopen tot ruim 20 seconde. En bij een volgauto-afstand van drie meter zelfs tot een krappe minuut. Strikt genomen is dat misschien tegen de regels, maar TV-beelden tonen aan dat volgauto’s zich in de praktijk niet altijd aan de 10 meter houden (zie bijvoorbeeld hier, vanaf 8:55).
Minimaal 30 meter afstand
Ook al zal het effect in de praktijk mogelijk minder sterk zijn door de wisselende omstandigheden, Blocken hoopt dat zijn resultaten de UCI, de internationale wielerunie, ervan overtuigen de regels omtrent de volgauto’s aan te passen. "Nu is eigenlijk sprake van oneerlijke competitie. Die tien meter afstand is ooit bepaald uit veiligheidsoverwegingen, toen was men niet op de hoogte van dit effect. Om alle twijfel weg te nemen zou de UCI de minimale afstand moeten vergroten tot dertig meter, want dan is het volgwageneffect verwaarloosbaar. En er vervolgens natuurlijk streng op toezien dat iedereen zich daar ook echt aan houdt."