Robotbouwers imiteren vaak levende dieren in hun creaties: er zijn robot-katten, -honden, -vogels, – kangoeroes en -mensen. Het Korea Advanced Institute of Science and Technology (Kaist) kiest voor een wat excentriekere aanpak: via reverse engineering kwamen zij tot een Dinosaurs. Hun Raptor robot is geïnspireerde op de velociraptor, een uitgestorven twee meter hoge moordmachine – ook bekend uit Jurassic Park. De robo-Raptor jaagt (nog) niet maar is razendsnel.
In een onlangs uitgebrachte video rent Raptor op een loopband, met een topsnelheid van 46 km/u. Dat is sneller dan de snelste menselijke sprinter (Usain Bolt), en komt overeen met de fleet-footed robot Cheetah van Boston Dynamics. (Raptor haalde kort geleden zelfs hogere snelheden, tot 48 km/u).
Raptor is ontwikkeld door PhD student Jongwon Park, samen met Jinyi Lee, Jinwoo Lee, Kyung-Soo Kim, en professor Soohyun Kim.
Drie overeenkomsten
Op het eerste gezicht lijkt hij niet erg op een velociraptor, maar het ontwerp ontleent drie componenten aan zijn uitgestorven naamgenoot. Ten eerste rent hij op twee poten, ten tweede haalt hij kracht en rendement uit een veerachtige achillespees en ten derde gebruikt hij een contragewicht om zijn balans te verbeteren. Bij de velociraptor gebeurde dat met zijn staart. De robot is niet alleen snel, maar weet ook raad met obstakels: hij springt – op snelheid – soepeltjes over diverse blokken.
Hengel
Raptor is ook een lichte en efficiënte robot. Hij weegt 3 kg en beschikt over één motor per poot. Er is echter een kanttekening: hij is voor zijn energievoorziening opgehangen aan een hengel. Dat is standaard praktijk bij de vroege ontwikkeling van robots want de onderzoekers kunnen zo de besturingsalgoritmen perfect controleren en zonder risico de genazen van het systeem opzoeken. De engineers bij Kaist willen Raptor nog sneller en stabieler maken. Het zou dan ook spannend zijn om te zien hoe Raptor in het vrije veld presteert, zonder zijn ondersteuning en loopband.
Stil
Als robots uiteindelijk in de woonomgeving terecht komen, moeten ze een voorbeeld nemen aan de ontwerpen van Kaist en bijvoorbeeld MIT. Ze moeten efficiënt, batterij gevoed en stil zijn, want uiteindelijk wil niemand een grasmaaier op poten in zijn huiskamer hebben.