Valse Verklaringen van Overeenstemming: hoge boetes voor adviesbureau

Een adviesbureau dat valse Verklaringen van Overeenstemming afgaf aan klanten, moet alsnog voldoen aan de boetes die in oktober 2017 door de Rechtbank Amsterdam werden opgelegd.

Concreet betekent dit € 60.000,00 voor de rechtspersoon onvoorwaardelijk, € 30.000,00 voor de beide directeuren ieder voorwaardelijk, ter vervanging van 185 dagen hechtenis met een proeftijd van 2 jaar. Het adviesbureau zag onlangs af van het hoger beroep, waardoor de uitspraak uit 2017 onherroepelijk is.

Staalvezels

Bij de voormalige VROM-Inspectie werd een klacht ontvangen over een bedrijf dat handelt in staalvezels. Dit bedrijf had een zogeheten Verklaring van Overeenstemming op zijn site staan, dat inhield dat de staalvezels voldeden aan de daarvoor geldende Europese EN-normen. Door de inspectie werd vastgesteld dat deze Verklaringen werden opgesteld door een adviesbureau dat onderzoeken zou verrichten naar het betreffende product en daarvoor valse Verklaringen opmaakte. De zaak werd overgedragen aan de Inlichtingen en Opsporingsdienst (IOD) van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), die het onderzoek voortzette.
Voor veel producten –  in dit geval staalvezels – geldt dat voordat deze kunnen worden verhandeld hiervoor eerst testen moeten worden uitgevoerd door erkende keuringsinstanties. Als blijkt dat de producten voldoen aan de Europese EN-normen wordt door de keuringsinstantie een Verklaring van Overeenstemming afgegeven en mogen de producten worden voorzien van een CE-markering en in de handel worden gebracht.

Geen erkende keuringsinstantie

Het onderzoek van de IOD richtte zich op het structureel strafbaar handelen door het adviesbureau en daarmee op alle door dit bureau uitgevoerde projecten waarbij CE-certificaten en/of verklaringen en/of daarop gelijkende documenten zijn opgesteld. Bij drie projecten bleek dat de certificaten niet juist waren. Tevens bleek dat er onterecht Verklaringen van Overeenstemming waren afgegeven voor vangrails.
Het bedrijf dat staalvezels in de handel brengt, had de staalvezels laten testen door het hiervoor genoemde adviesbureau dat bedrijven adviseert bij de uitvoering van Europese productwetgeving. Het adviesbureau gaf aan dat de staalvezels in een laboratorium volgens een bepaalde normering waren getest. Deze normering bleek echter niet de voorgeschreven normering te zijn om een Verklaring van Overeenstemming op te mogen stellen. Bovendien was het adviesbureau niet bevoegd om een dergelijke verklaring af te geven. Het bedrijf dat in staalvezels handelt en andere klanten van het adviesbureau waren te goeder trouw en niet op de hoogte van het feit dat er vervalste documenten waren afgegeven.
Door het veelvuldige gebruik van de term ‘CE’ en een ‘CE-approved’-stempel op documenten zoals rapportages en verklaringen van conformiteit wekte het adviesbureau de indruk dat het een erkende keuringsinstantie was. Bovendien leek het alsof het werkte volgens de regelgeving voor CE-markering, terwijl het adviesbureau niet voldeed aan de eisen die aan een dergelijke markering worden gesteld.

Bron: Inspectie Leefomgeving en Transport (https://www.ilent.nl)