Twentse zonneauto getest in windtunnel

De Twentse zonneauto 21Connect is getest in de grote windtunnel van de Stichting Duits Nederlandse Windtunnels (DNW) in Marknesse. Is de aerodynamica van het gloednieuwe ontwerp goed genoeg om mee te dingen naar het het erepodium?

De aerodynamisch geoptimaliseerde zonneauto verschijnt 16 oktober aan de start van de World Solar Challenge, een Formule 1 race voor zonneauto’s. Voordat het zover is, testte het team zijn auto in één van de windtunnels van DNW. De test in de windtunnel wordt gebruikt om te meten welke belastingen de wind uitoefent op de auto. Ook wordt gekeken hoe de luchtstroming rond de auto is. Door zeer nauwkeurig de weerstand van de auto te meten, kan Solar Team Twente dé optimale racestrategie bepalen. Want minder weerstand betekent minder energieverbruik.

21 Connect

Een aerodynamisch ontwerp stond voor Solar Team Twente voorop. Dit is duidelijk terug te zien aan de ronde vormen van de zonneauto. Inspiratie voor deze innovatieve vormen heeft het team opgedaan door te kijken naar de ontwikkeling van windturbines, die op veel vlakken ook een zo laag mogelijke weerstand moeten hebben. Daarnaast is er een nanocoating aangebracht op de buitenkant van de 21Connect. Met minuscule deeltjes worden oneffenheden gevuld die niet zichtbaar zijn voor het oog. Dit vermindert de luchtweerstand nog verder. In de luchtvaartindustrie is het gunstige effect van nanocoating bewezen: daar vermindert het de luchtweerstand met 39%. Om gewicht te besparen is de aerodynamische buitenkant en het dragende chassis van de zonneauto ontworpen als één geheel. Deze is gemaakt van een licht en stevig composiet, dat bestaat uit koolstofvezelmatten en epoxyhars.

De zonneauto is getest in large low speed facility (LLF) van DNW. In deze grote lage-snelheidswindtunnel worden onder meer complete vliegtuigmodellen met draaiende motoren getest. De tunnel is zo groot dat de zonneauto er gemakkelijk in past. Naast de eigen LLF, beheert de stichting DNW ook de tien andere windtunnels van haar moederinstituten Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) en de Duitse zusterinstelling DLR.

Niet alleen zorgen DNW en NLR voor de meetcampagne in de windtunnel, ook begeleidt het NLR het Twentse team bij het ontwerp en de productie van de ribstructuur van composiet. Het NLR heeft veel expertise op het gebied van lichte en duurzame constructiematerialen, daarnaast stelt zij haar composietenlaboratorium in Marknesse ter beschikking.

Blijven concurreren

Michel Peters, directeur NLR: "Vanwege het gemeenschappelijke belang van de Universiteit Twente en het NLR, sponsort  het NLR Solar Team Twente. Want universiteiten en kennisondernemingen als het NLR moeten er samen voor zorgen dat er innovatieve producten ontwikkeld worden in Nederland, nu en in de toekomst. Het gaat om het bedenken, ontwikkelen en toepasbaar maken van high-tech producten. Zodat Nederland kan blijven concurreren op de wereldmarkt."