Er moet meer aandacht komen voor de mentale belasting van werknemers door het gebruik van technologie. Dat bepleit Liza van Dam, onderzoeker bij TNO. Het gesprek hierover tussen werknemer en werkgever zou volgens haar net zo vanzelfsprekend moeten worden als het gesprek over fysieke gezondheid, zoals het goed instellen van je bureaustoel.
Hoe begon je onderzoek naar mentale belasting van werknemers door technologie?
Dat begon bij onze eigen ervaringen. Een paar jaar geleden merkten mijn collega’s en ik dat er steeds meer berichten binnenkomen, zoals mails, apps en chatberichten. Dat gaat de hele dag door. We dachten: als wij hier last van hebben, hebben misschien meer mensen dat. Toen zijn we gaan kijken wat voor onderzoek hiernaar gedaan is, en kwamen we op het onderwerp techno-stress.
Wat is techno-stress?
De term ‘techno-stress’ wordt gebruikt voor alle stress die je ervaart als gevolg van technologie. We onderscheiden daarbij een directe en een indirecte vorm. Directe techno-stress ontstaat als de technologie niet werkt. Als bijvoorbeeld de wifi uitvalt of je laptop vastloopt.
Indirecte stress ontstaat als technologie aspecten van je werk beïnvloedt, en dat dit vervolgens voor stress zorgt. Bijvoorbeeld als je door inzet van technologie ineens sneller moet werken, of dat je werk moeilijker wordt. Het gaat dan specifiek om de eisen die het werk aan je stelt. In ons TNO werkdrukmodel noemen we dit taakeisen.
Je doet onderzoek onder werknemers in Nederland. Hoe pak je dat aan?
We doen onder meer een grootschalige, jaarlijkse enquête. Dat is de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden, oftewel NEA. Dat doet TNO samen met Centraal Bureau voor de Statistiek en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Er doen jaarlijks zo’n 60.000 mensen aan mee uit alle beroepsgroepen. Op basis van de NEA kunnen we iets zeggen over alle werknemers in Nederland.
Wat leren jullie daaruit over de invloed van technologie op werknemers?
Driekwart van alle technologie-gebruikers in het NEA-onderzoek geeft aan dat hun werk wordt beïnvloed door nieuwe technologie. Het gaat daarbij niet alleen om ICT in kantoren, maar om alle soorten technologie. Dus ook om bijvoorbeeld robots in fabriekshallen.
Door laptops en telefoons zijn veel werknemers ook buiten kantooruren nog aan het werk. Vragen jullie hier ook naar in jullie enquête?
Ja. Het blijkt bijvoorbeeld dat meer dan vier op de tien werknemers buiten werktijd nog bereikbaar is voor klanten en collega’s.
Werken buiten kantooruren hoeft overigens niet per se negatief te zijn. Voor sommige mensen zou het juist stress opleveren als ze na 18.00 uur niks meer zouden mogen doen voor het werk. Als je bijvoorbeeld liever wat later begint, omdat je de kinderen naar school moet brengen, kan het juist fijn zijn als je ’s avonds nog even je laptop kunt openklappen om wat werk af te maken. Elke werknemer heeft eigen voorkeuren.
Dus individuele afspraken tussen werkgever en werknemer zijn belangrijk?
Ja. Er is niet één oplossing te bedenken die iedereen past. Elke werknemer heeft andere taakeisen. Daartegenover staan de regelmogelijkheden: in hoeverre heb je zelf invloed op je werk? Het gaat om een goede balans daartussen.
Zowel de taakeisen als de regelmogelijkheden kunnen veranderen door technologie. Ze kunnen bijvoorbeeld je autonomie versterken, of juist verminderen. Dat is afhankelijk van de technologie, en hoe deze wordt ingezet.
Hoe moeten werknemers en werkgevers het gesprek over techno-stress aanpakken?
Je moet vooral kijken hoe technologie werknemers kan ondersteunen. Hoe kan technologie de vervelende aspecten van het werk zoveel mogelijk overnemen of automatiseren? En hoe zorgen we dat er kwalitatief goed werk overblijft voor werknemers?
Zou aandacht voor mentale belasting net zo vanzelfsprekend moeten worden als de aandacht die nu op veel kantoren is voor het goed instellen van je bureaustoel?
Ja. Het denken over de impact van technologie op werknemers is op zich niet nieuw – dat gebeurt al eeuwenlang. Maar de nadruk lag tot nu toe inderdaad meer op zaken als veiligheid en fysieke belasting. Terwijl ook de mentale belasting belangrijk is. Dus als er een nieuwe robot wordt aangeschaft in een fabriek, of nieuwe software op kantoor, moet je vooraf nagaan wat de impact is op al deze aspecten.
Heb je tips voor mensen om beter om te gaan met techno-stress?
Het is vooral belangrijk dat niet iedereen het in z’n eentje probeert op te lossen. Het is gewoon te moeilijk om dit als individu te doen. Ik vind het zelf ook nog steeds lastig om er altijd goed mee om te gaan – ondanks dat ik er al jarenlang onderzoek naar doe.
Collega’s moeten elkaar daarbij helpen. Maar ga ook vooral het gesprek aan met je werkgever, zodat je samen naar een oplossing kunt zoeken. Want mentale belasting door technologie zal ook de komende jaren zeker nog een grote rol blijven spelen voor werknemers.