Qua economische groei doet de Nederlandse industrie het momenteel goed. Maar er moet volgens TNO nog veel gebeuren om dat in de toekomst zo te houden. In de analysepaper ‘De waarde van de Nederlandse industrie’ schetst de organisatie een beeld voor een toekomstbestendige maakindustrie.
Binnen de industrie zijn er maar een beperkt aantal sectoren die veel in R&D investeren. Voor een toekomstbestendige industrie is het belangrijk dat dit over de hele breedte gebeurt, met daarbij een duidelijke focus op waar de Nederlandse industrie goed in is én wat de wereld op de langere termijn nodig heeft.
Met een gemiddelde groei van 2,1 procent (periode 2013-2021) is het vertrekpunt van de industrie relatief gunstig. Zo is die groei hoger dan de gemiddelde jaarlijkse groei van 1,5 procent van de Nederlandse economie als geheel. De grote uitdaging wordt nu om ook in een snel veranderende en lastig te voorspellen wereld te blijven groeien, en daarbij niet alleen naar economische resultaten te kijken, maar vooral ook naar wat de industrie kan bijdragen op het vlak van brede welvaart.
Gamechanger
Die focus op brede welvaart kan echt een gamechanger worden. Om verdere klimaatopwarming tegen te gaan, zal de industrie bijvoorbeeld volop in de innovatiemodus moeten om tot duurzamere productiemethoden en producten te komen.
Ook kan de industrie een belangrijke rol spelen om Nederland en Europa minder gevoelig te maken voor verstoringen in de mondiale ketens. Zo’n sterke industriële basis helpt ons land dan bovendien om meer strategische autonomie te krijgen.
Gezien het huidige geopolitieke krachtenveld is dat een belangrijke voorwaarde om ons verdienvermogen ook op de langere termijn veilig te stellen. Dat betekent overigens niet dat Nederland zich van het buitenland moet afsluiten. Integendeel: een klein land als het onze is juist gebaat bij goede internationale samenwerking en strategische allianties met landen in Europa en daarbuiten.
Klein land grote keuzes
Wat dit alles concreet voor de Nederlandse industrie betekent? Om te beginnen is het overduidelijk dat het gezien de vele veranderingen in de wereld lastiger dan ooit is om te voorspellen welke uitdagingen eraan zitten te komen.
Het is dan ook bijna onvermijdelijk dat het transformeren van bestaande industrieprocessen tegen grenzen zal aanlopen. Als klein land moeten we hierin grote keuzes maken. Zo zullen industriële bedrijven afscheid moeten nemen van oude technologieën die niet waardevol omgevormd kunnen worden.
Dat betekent overigens niet automatisch dat die bedrijven noodgedwongen moeten stoppen, maar wel dat zij uitgedaagd worden om op een andere manier te werk te gaan of andere producten te gaan maken.
Industriële transformatie breed oppakken
Extra investeren in R&D, waar mogelijk gebruikmaken van de mogelijkheden van digitale technologie, snel meebewegen met nieuwe ontwikkelingen en continu kijken wat helpt om een bijdrage te leveren op het vlak van brede welvaart: dat alles is nodig om tot een toekomstbestendige industrie te komen.
Daarbij is het belangrijk dat die transformatie breed opgepakt wordt, waarbij multinationals, mkb-bedrijven en startups allemaal een belangrijke rol spelen.
Verandervermogen vergroten
Een stip op de horizon helpt altijd. Maar voor de Nederlandse industrie is het vooral zaak om vandaag al te gaan sturen op vernieuwing en het vergroten van het verandervermogen. En dat vraagt om een nauwere samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen én de burger.
Kortom: als het gaat om de toekomst van onze industrie, zullen we als klein land grote keuzes moeten maken en ingrijpende veranderingen moeten doorvoeren die goed aansluiten bij wat er allemaal nodig is om tot een brede welvaart te komen.