Technisch onderwijs en bedrijfsleven weten elkaar steeds beter te vinden

Welke kansen liggen er om de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven verder te verbeteren? En hoe kan dat in de praktijk worden vormgegeven? Drie technische bedrijven geven tijdens het seminar ‘Technisch onderwijs en de interactie met technische bedrijven’ aan hoe zij studenten en/of afgestudeerde professionals meenemen in hun bedrijfsvoering. Vervolgens geven vertegenwoordigers van vier hogescholen aan hoe zij met bedrijven samenwerken om studenten goed op hun toekomstige beroepsleven voor te bereiden. Twee van de sprekers, Andries Lohmeijer van KITT Engineering en John Roelofs van de Hogeschool Rotterdam, geven alvast wat inspirerende ervaringen mee.

Technisch onderwijs en bedrijfsleven weten elkaar steeds beter te vinden

Bij excursies met een groep studenten bij incubatorgebouwen komt het wel eens voor dat John Roelofs in de gang op zijn schouder wordt getikt. “Bedrijven die niet in het programma van die dag zitten vragen spontaan of we even bij hun kunnen langskomen, want ook zij hebben uitdagende opdrachten voor de studenten, en zitten te springen om wat extra slimme handjes.” De senior lector Elektrotechniek en Technische Informatica bij de Hogeschool Rotterdam ziet dat als een bevestiging van de trend dat steeds meer bedrijven geïnteresseerd zijn in samenwerken, of dat nu voor afstudeerstages is of onderzoeksprojecten die in een multidisciplinair team bij de hogeschool worden uitgevoerd. “Bedrijven weten ons ook steeds beter te vinden, en het blijft daarbij zelden tot een eenmalige samenwerking. De onderlinge relaties worden sterker; er is wederzijds vertrouwen en begrip voor elkaars situatie.”

Los gaan

Een bedrijf dat gepokt en gemazeld is in het verzorgen van stageplekken voor studenten is KITT Engineering uit Enschede. “Wij doen dit voor zowel MBO- als HBO-studenten al vanaf de oprichting van ons bedrijf, ruim 25 jaar geleden. Gemiddeld hebben we per jaar één tot twee MBO-ers en één tot twee HBO-ers, de laatste veelal in het kader van een halfjaarlijkse afstudeeropdracht”, vertelt technisch directeur Andries Lohmeijer. “We streven er naar om de studenten Elektrotechniek of Technische Informatica van de naburige Saxion Hogeschool een concreet onderwerp te bieden waarop ze los kunnen gaan. Het is in onze ogen niet verstandig om een afstudeeropdracht of stage te koppelen aan een commerciële verplichting, want dat geeft allerlei stressfactoren die contraproductief werken in een leerproces. We proberen de opdracht zodanig in te richten dat die voor ons bijdraagt aan de langere termijn en dat de student de mogelijkheid krijgt om binnen de techniek te gaan onderzoeken waar zijn of haar hart ligt. Daar kom je immers het beste achter door er in de praktijk mee bezig te zijn. En dat leidt tot hele goede resultaten; menig afstudeerder is inmiddels bij ons in dienst!”

Uitdagen

Bij KITT Engineering wordt veel effort gestoken in de begeleiding, “maar”, zo stelt Andries, “de student moet wel zelf aan het werk, moet zelf dingen uitzoeken. Op het moment dat ik iets vraag en ze vinden via internet een tutorial dan is daarmee niet het antwoord gegeven. Stel we hebben een temperatuursensor nodig. Dan daag ik ze uit met vragen als ‘wat voor soorten temperatuursensoren zijn er?’, ‘wat zijn de werkingsprincipes’ en ‘welk bereik hebben ze?’ om dat zelf te gaan onderzoeken. Ik vind het belangrijk om de fysische werkingsprincipes van zo’n sensor te laten landen bij een student. Het is de bedoeling dat de student zich bij het lezen van een datasheet ook zelf dat soort vragen gaat stellen en door de getalletjes heen leert te kijken naar het perspectief van de toepassing.”

Doorslaan

Lohmeijer is lid van de beroepenveldcommissie voor de afdelingen Elektrotechniek en Technische Informatica van de Saxion Hogeschool. Hij heeft vanuit die positie en de vele stages een uitstekend contact met de docenten. “We weten precies wat we aan elkaar hebben. Zij kennen ook mijn voorkeuren als het aankomt op een gedegen theoretische basiskennis van de onderliggende natuurkunde. Op basis daarvan kan je volgens mij betere hardware en meer zinvolle software ontwikkelen. Een vak als toegepaste natuurkunde zou een mooie aanvulling voor het curriculum zijn. Maar de docenten moeten zich ook houden aan wat er beleidsmatig voor de invulling van het curriculum is vastgesteld. Begrijp mij niet verkeerd: competenties als samenwerken, presenteren en verslaglegging zijn heel belangrijk, maar de weegschaal mag van mij best wat meer doorslaan in de richting van technische basiskennis.”

Groeipad

John Roelofs kan een heel eind meegaan in de redenering van Andries Lohmeijer. “Binnen het vierjarige curriculum van een HBO-opleiding als die voor Elektrotechniek en Technische Informatica is veel tijd ingeruimd voor stages en projecten. Juist om de student goed voor te bereiden op zijn of haar toekomstige carrière in het bedrijfsleven. Dan is er –zeker in vergelijking met vroegere tijden– minder ruimte voor vakken als natuurkunde. We besteden overigens wel veel aandacht aan wiskunde, wat ten pas komt bij het opstellen van regelmodellen.”

In Rotterdam wordt veel effort gestoken in het samen met het bedrijfsleven opzetten van projecten met als doel een stukje techniek, waar ze zelf niet aan toe komen, samen met de studenten te realiseren. “De complexiteit waar een bedrijf naar op zoek is kan bij ons worden ingevuld met verschillende disciplines. Zo hebben we de veelal multidisciplinaire minor-projecten, waar teams van studenten van verschillende opleidingen in samenwerken. Voordeel van zo’n groep van drie tot vijf studenten is dat de prestaties kunnen worden gedeeld in best wel omvangrijke projecten. Je ziet dat studenten daarin meegroeien, leren samenwerken. Dat geeft ze ook de bagage, het zelfvertrouwen om later in de opleiding, tijdens hun afstudeerstage, zelfstandig keuzes te maken voor het plan van aanpak en de ontwerpmethodiek. Daar hebben ook de bedrijven veel baat bij.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *