De meeste grote batterijen bestaan uit een heleboel kleintjes bij elkaar. Het maken en samenvoegen van al die kleine batterijtjes is relatief duur. De flow-batterij doet dat anders. Die bestaat uit twee grote ‘vaten’ met een vloeistof, één negatief en één positief. Een grotere batterij bestaat simpelweg uit grotere vaten.

De lading van de flowbatterij ontstaat als de vloeistof langs een reactor wordt gepompt, die ervoor zorgt dat deze een negatieve lading of positieve krijgt.
Het voordeel van een flow-batterij is dat het gemakkelijk opgeschaald kan worden. Daarnaast kun je een flowbatterij volledig ontladen of helemaal opladen, wat bij gewone batterijen schadelijk is. In een flowbatterij heeft een cyclus van laden en ontladen nauwelijks schadelijke gevolgen, waardoor de verwachte levensduur op zo’n twintig jaar ligt.
Op zoek naar de beste vloeistof
Dat klinkt allemaal mooi, maar er zijn ook nadelen, vertelt hoogleraar Moleculaire Energie Materialen Edwin Otten. “De flowbatterij werkt met opgeloste stoffen, maar de hoeveelheid die je in een vloeistof kunt oplossen is beperkt. Daarom is de energiedichtheid van een flowbatterij lager dan een gewone batterij.” Ook is er een pomp nodig om de vloeistof rond te pompen, en dat kost energie. “De efficiëntie van laden en ontladen is in een flowbatterij ongeveer 75 tot 80 procent, zo’n tien procent lager dan in een lithiumbatterij.”
Inmiddels staan er op enkele plaatsen in de wereld flowbatterijen die werken met een oplossing van het metaal vanadium, dat wel een aanvaardbare energiedichtheid heeft. “Alleen wordt dit maar op een paar plekken gewonnen, dus de prijs voor vanadium ligt vrij hoog. En als er meer vraag komt zal die nog verder stijgen”, aldus Otten. Daarom zoekt hij naar goedkopere verbindingen die de stroom net zo goed kunnen opslaan, zoals eenvoudig te maken organische moleculen.
Drie jaar geleden publiceerde hij resultaten van een onderzoek waarin hij zo’n organische vloeistof ontwikkelde. “Daarmee hebben we aangetoond dat het kan, maar de energiedichtheid van de vloeistof die we maakten was nog te laag, ook omdat het voltage te laag was. Dat moet nog drie tot vier keer hoger worden.” Met zijn team blijft hij daarom zoeken naar nieuwe moleculen die de energie beter kunnen opslaan. “Het elektrische gedrag van allerlei moleculen is redelijk te voorspellen op basis van wat we weten over hun eigenschappen. Het is lastiger om te voorspellen hoe stabiel ze zijn in een batterij.”
Moleculen monitoren
In veel proeven bleek de capaciteit van kansrijke moleculen toch te snel terug te lopen. “Dan willen we weten wat er precies met ze gebeurt. We werken aan een systeem waarmee we de moleculen in de vloeistof voortdurend kunnen monitoren.” Een andere uitdaging is om snel te kunnen zien of ze op lange termijn stabiel blijven. “Dat zou bijvoorbeeld kunnen door de temperatuur te verhogen, dan lopen allerlei processen sneller. Alleen krijg je dan ook te maken met andere zaken, zoals verdamping.”
In Nederland wordt aan verschillende typen gewerkt door startups, en het is nog niet duidelijk wat de winnaar zal zijn. Otten: “Het is een nieuwe techniek, dus er zijn nog allerlei problemen die we moeten oplossen.”





Mooi artikel geworden!
Volgens mij is het alleen nog niet volledig.
Naast vanadium zijn er nog veel chemie samenstellingen mogelijk.
Elestor (uit startup fase) uit Arnhem maakt het met broom en waterstof, Ore energy (startup) gebruikt ijzer en lucht.
Elestor is in 2024 overgestapt van Broom naar IJzer. Volg de ontwikkelingen op http://www.elestor.com
Al een oude techniek van de 80er jaren
Leuk verhaal, maar de getallen ontbreken. Wat is bijvoorbeeld de energiedichtheid en de “cel” spanning. Wat ik op internet kan vinden is dat deze slechts 1,25V bedraagt waardoor er nog steeds veel cellen in serie moeten worden geschakeld waardoor de eerste zin van dit artikel op losse schroeven staat.