Spoedig aanbesteden nodig om 16% doel hernieuwbare energie in 2020 te halen

Het regeerakkoord stelt een doel van 16% hernieuwbare energie in 2020. Dit lijkt binnen bereik te liggen, als een voldoende ondersteunend beleidskader tijdig wordt vastgesteld. In opdracht van Stichting Natuur en Milieu en Energie-Nederland heeft ECN onderzocht op welke momenten de overheid uiterlijk tot aanbesteding over moet gaan om de voor het 16% doel benodigde hernieuwbare productiecapaciteit in 2020 te realiseren.

De studie geeft bovendien een schatting van de jaarlijkse kasuitgaven en financieringsverplichting  van de overheid die met de ondersteuning van hernieuwbare energieproductie samenhangen.

Wind op land, wind op zee, en meestoken van biomassa in kolencentrales spelen een cruciale rol voor het behalen van het 16% doel. Er is uitgegaan van een indicatieve productiemix in 2020, bestaand uit 7 GW wind op land, 5 GW wind op zee, en gemiddeld 40% meestook. ECN concludeert dat, om het doel in zicht te houden, in de huidige regeerperiode verplichtingen moeten worden aangegaan voor een groot deel van de benodigde capaciteit.

  • Voor wind op zee moet de volledige nog benodigde capaciteit (~4 GW) in 2013 en 2014 door de overheid worden aanbesteed.
  • Voor wind op land zal in de periode 2013-2016 ruim de helft (~2.5 GW) van het nog zeker te stellen vermogen door de overheid moeten worden aanbesteed.
  • Voor biomassameestook moet uiterlijk in 2014 een bindend beleidskader zijn vastgesteld om een bijstookpercentage van gemiddeld 40% in 2020 zeker te stellen.
  •  Uiterlijk in 2014 moeten concrete projecten worden gestart waarmee de tot 2020 benodigde capaciteit wind op land en wind op zee in het elektriciteitsnet kan worden ingepast.

De studie schat dat de jaarlijkse kasuitgaven voor ondersteuning van hernieuwbare energieproductie zullen stijgen tot zo’n € 2 miljard in 2017 en ruim € 3 miljard in 2020. Eventuele ondersteuningskosten voor biomassameestook zijn daarin niet meegenomen. Op hoofdlijnen vertoont dit beeld gelijkenis met de hiervoor gereserveerde ruimte in het regeerakkoord.

Tot slot geeft de studie een indicatie van de totale financieringsverplichting die de overheid gedurende deze regeerperiode moet aangaan bij aanbesteding. Deze bedraagt circa € 20-25 miljard (2013 … 2014) voor de ontwikkeling van de benodigde capaciteit wind op zee en zo’n € 11 miljard (2014 … 2016) voor de overige technologieën. Deze schattingen zijn exclusief de financiering van netwerkaanpassingen en eventuele ondersteuning van de kosten voor biomassameestook.