Festo en Atlas Copco zijn beide recentelijk betrokken geweest bij een vernieuwend project in de podiumkunsten. Terwijl Festo’s motion-besturing CPX-E uitkomst bood om acht robotarmen met een lengte van 3,5 meter te laten bewegen op de muziek van Cello Octet Amsterdam, blies de draagbare E-Air-compressor van Atlas Copco levenslucht in robots.
Kunstenaar Nick Verstand kreeg van de acht Amsterdamse cellisten het verzoek hun podiumpresentatie spannender en dynamischer te maken, voor een voorstelling met een centrale rol voor geluid en eventueel 2D beelden gecombineerd met 3D bewegingen. In samenwerking met collega-kunstenaar Daniël de Bruin – sterk in mechanische constructies – en Wes Broersen die al vaker software ontwikkelde voor Verstand’s kunstwerken, ontwierp hij een opstelling waarbij achter iedere cellist een 3,5 meter lange arm – een ‘sentinel’ (Engels voor schildwacht) – meebeweegt met de muziek. De armen kunnen als tentakels over de cellisten heen buigen door middel van drie knikpunten in elke arm. Op deze manier vormen zij een soort cocon die de cellisten omsluit en de musici verbergt en beschermt. Naast de buigende beweging naar voren kunnen de armen maximaal 80° om hun as draaien. In de top van elke arm bevindt zich een twee-assige, draaiende kop. Hierin zijn spiegels ondergebracht voor het creëren van lichteffecten en een rookmachine voor rookeffecten.
De grootste uitdagingen? Enerzijds het mechanisch en aandrijftechnisch ontwerp wat nodig is om de armen alle gewenste bewegingen te laten maken. Anderzijds de aansturing van het geheel. De bewegingen moesten worden bepaald door de muziek en omgeving, op een natuurlijke, vloeiende manier. Een uitgebreid artikel over de techniek die hiervoor werd gebruikt, verscheen in Constructeur 3 – 2024. De video is hieronder te zien.
Atlas Copco in Praag
In een demonstratie van technologie die kunst tot leven brengt, speelde de elektrische draagbare luchtcompressor van Atlas Copco, de E-Air H185 VSD, een rol in een kunstvoorstelling op het Archa+ in Praag. Het hart van de show, ontworpen door de Canadese kunstenaars Louis-Philippe Demers en Bill Vorn, waren robotachtige exoskeletten die de bewegingen van de armen van de artiesten controleerden; een dans creërend waarin machine- en menselijke lichamen één werden. De Atlas Copco-eenheid leverde een stabiele stroom perslucht die essentieel was voor de soepele en gesynchroniseerde werking van de exoskeletten.
Hoewel de E-Air H185 VSD doorgaans niet wordt geassocieerd met de kunstscene, bewijst de voorstelling de veelzijdige toepassingsmogelijkheden van industriële apparatuur buiten conventionele sectoren. De elektrische E-Air H185 is ontworpen om een hoge efficiëntie te leveren met minimale geluidsoverlast en heeft met zijn compacte, draagbare ontwerp en druk van 10 bar een rustige omgeving gecreëerd voor zowel personeel als bezoekers.
De machines werden direct op de lichamen van de toeschouwers geïnstalleerd, waardoor het publiek werd getransformeerd tot actieve deelnemers. De exoskeletten controleerden de bewegingen van de armen van de artiesten, waardoor een choreografie ontstond die technologie en het menselijk lichaam verenigt.
Waar generatoren doorgaans worden gezien als de standaard voor het aandrijven van artistieke shows, toonde de E-Air H185 zijn aanpasbaarheid door een kunstinstallatie te ondersteunen in een onconventionele setting.