30% schade aan windturbines ontstaat in 12 uur per jaar

Windturbines op de Noordzee krijgen te maken met extreme weersomstandigheden die erosie aan de turbinebladen veroorzaken. Onderzoek laat nu zien dat een substantieel deel van de schade aan windturbines op zee maar in 12 uur van het jaar ontstaat bij specifieke weersomstandigheden. Met deze nieuwe inzichten kan de windenergiesector door preventieve maatregelen miljoenen euro’s aan onderhoud besparen.

Contour map of yearly accumulated damage based on 10 years of large eddy simulations. Zones of currently operational wind farms are depicted in blue, while areas of wind farms planned to be operational before 2030 and search areas for wind farms to be commissioned after 2030 are depicted in red and green, respectively. Dashed lines depict the boundaries of the Dutch North Sea.

TNO deed een jaar lang gedetailleerde metingen van de neerslag op de Noordzee. Uit de analyse van deze data (pdf) concludeerde het instituut dat circa 30% van de jaarlijkse erosieschade aan de bladen van windturbines in slechts 12 uur van het jaar ontstaat. Dit gebeurt op momenten waarop harde wind en intense regenval samenkomen. Volgens de analyse ontstaat schade op zee voorts twee keer sneller dan op land.

De schade, bekend als Leading Edge Erosion (LEE), treedt op wanneer de tip van het windturbineblad de maximale snelheid van 325 km/uur (90 m/sec) bereikt met windsnelheden vanaf 63 km/uur (10 m/s) en er meer dan 7,5 millimeter regen per uur valt.

“We wisten al dat hevige regen veel effect heeft op de draaiende turbinebladen, maar dat in zo’n korte tijd bijna eenderde van de erosieschade werd veroorzaakt, was een nieuw inzicht,” aldus Harald van der Mijle Meijer, onderzoeker windenergie bij TNO. “Met deze kennis kunnen windparkexploitanten nu preventief de snelheid van de turbines verlagen om ernstige schade te voorkomen waardoor de onderhoudskosten naar beneden kunnen. Want doordat er beter ingeschat kan worden wanneer de snelheid van de windturbines omlaag moet, treedt er überhaupt minder snel schade op.”

Erosieradar gebaseerd op innovatieve meetmethoden

Om gedetailleerde gegevens over wind en regen te verkrijgen, gebruikte TNO nieuwe meetmethoden. “Wij wilden bijvoorbeeld ook de grootte van de regendruppels weten, omdat dit bepalend is voor de erosieschade aan de rotorbladen,” zegt Van der Mijle Meijer. Disdrometers, sensoren die de grootte van regendruppels meten, werden op verschillende locaties in de Noordzee geplaatst.

Deze metingen werden gebruikt om de potentiële erosie te analyseren en bestaande radardata te valideren. TNO en partners ontwikkelden mede op basis van het onderzoek en met weersimulaties met een model ontwikkeld door het bedrijf Whiffle een ‘erosie-atlas’ die voorspelt waar en wanneer windturbinebladen schade oplopen door regen.

Regionale verschillen

Er lijken bovendien aanzienlijke verschillen zijn binnen het Noordzeegebied. In het noordoostelijke deel gaan de beschermende coatings op de bladen ongeveer 20% minder lang mee dan in het zuidwestelijke deel. De combinatie van meer wind en regen in het noordoosten leidt tot versnelde erosie. Voor dit deel van de Noordzee zijn vanaf 2030 nieuwe windparken gepland.

Het Precipitation atlas for Offshore Wind blade Erosion Support System onderzoek (Pprwess) werd uitgevoerd in samenwerking met windparkexploitanten zoals Eneco, Shell en Equinor.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *