Medio september werd de laatste caisson voor 2025 geïnstalleerd op het Prinses Elisabetheiland in de Belgische Noordzee, een belangrijke stap in de bouw van ‘s werelds eerste energie-eiland. De offshore-campagne van dit jaar is inmiddels afgerond.

De werkzaamheden omvatten tot nu toe een team van meer dan 300 mensen en een vloot van vijftien gespecialiseerde vaartuigen, waaronder jack-up schepen, bevoorradingsschepen en sleepboten.
De caissons, enorme betonnen constructies met een gewicht tot 22.000 ton, vormen de buitenmuren van het toekomstige eiland, gelegen op 45 km van de Belgische kust. Het gebied dat bestemd is voor de installatie van de elektrische infrastructuur zal ongeveer 6 hectare groot zijn, wat overeenkomt met ongeveer twaalf voetbalvelden. Er komen ook een kleine haven en een helikopterplatform, zodat onderhoudsteams het eiland kunnen bezoeken.
De voorbereidingen voor de volgende fase zijn in volle gang. De offshore-activiteiten zullen naar verwachting in het voorjaar van 2026 worden hervat, mits het weer het toelaat.
Energiehub
Na voltooiing zal het eiland offshore windparken verbinden en kan het ook dienen als energiehub voor internationale interconnectoren naar het Belgische elektriciteitsnet. Zo wil België bijvoorbeeld extra gezamenlijke interconnectoren aanleggen met Groot-Brittannië en Denemarken. Deze interconnecties zullen toegang geven tot de enorme hoeveelheden hernieuwbare energie die nodig zijn om de industrie op korte termijn minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen.
Het project, ontwikkeld door Elia Transmission Belgium, wordt gebouwd door TM Edison, een consortium met DEME en Jan De Nul.
Gelijkstroom en wisselstroom
Het Prinses Elisabetheiland wordt ‘s werelds eerste kunstmatige energie-eiland dat gelijkstroom (HVDC) en wisselstroom (HVAC) combineert. De hoogspanningsinfrastructuur van het eiland zal de exportkabels van de windmolenparken in de Prinses Elisabethzone bundelen en tegelijkertijd dienen als knooppunt voor toekomstige interconnectoren met Groot-Brittannië (Nautilus) en Denemarken (TritonLink).
Deze zogenaamde “hybride interconnectoren” hebben een dubbele functie en zijn daardoor efficiënter. Ze vergemakkelijken de uitwisseling van elektriciteit tussen landen en zijn tevens verbonden met gigantische offshore windparken in de Noordzee, die België op termijn van grote hoeveelheden hernieuwbare energie zullen voorzien.







