Het systeem wordt ‘TurboTrack’ genoemd en werkt met behulp van RFID-tags die op het te volgen object worden geplaatst. Een lezer verstuurt vervolgens een draadloos signaal dat reflecteert op de RFID-tags en andere objecten in de omgeving, en vervolgens weer door de lezer wordt opgevangen. Met behulp van een algoritme worden alle opgevangen signalen geanalyseerd en wordt de reactie van de RFID-tag opgespoord. Door meerdere metingen uit te voeren en berekeningen los te laten op de resultaten kan de exacte beweging van de RFID-tag en daarmee het object in kaart worden gebracht.
Alternatief voor computer vision
Het MIT verwacht dat het systeem voor sommige taken computer vision systemen kan vervangen. De onderzoekers stellen dat computer vision wordt beperkt door dat deze systemen kunnen zien, wat onder meer betekent dat in rommelige en volle omgevingen objecten gemist kunnen worden. RFID-tags zijn niet afhankelijk van deze beperkingen en maken het mogelijk ook zonder zicht de locatie van een object op te sporen.
In een aantal demonstraties is de werking van het systeem getest. Zo hebben de onderzoekers een RFID-tags aangebracht op een flesje: één op de dop van de fles en één op de fles zelf. Vervolgens hebben zij een robotarm deze dop laten opsporen en op de fles laten schroeven, die gelijktijdig door een andere robotarm werd vastgehouden. In een andere demonstratie werden drones voorzien van RFID-tags, wat het mogelijk maakt de locatie van de drones zeer nauwkeurig in kaart te brengen.
De onderzoekers van het MIT presenteren hun resultaten binnenkort op het USENIX Symposium on Networked Systems Design and Implementation. Hier tonen de onderzoekers aan hoe robots met behulp van het systeem objecten met een RFID-tag gemiddeld binnen 7,5 milliseconden kunnen detecteren met een foutmarge van minder dan één centimeter. Meer informatie is
hier te vinden.